Vlaamse taal
1 / 15
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Belgisch Nederlands is slecht Nederlands
A
Ja
B
Neen
Slide 3 - Quiz
Het Nederlands dat je in België hoort, is een dialect
A
Ja
B
Neen
Slide 4 - Quiz
In het woordenboek staan woorden opgenomen die alleen in België worden gesproken.
A
Ja
B
Neen
Slide 5 - Quiz
Mijn nonkel heeft zijn been gebroken.
A
Hond
B
Oom
C
Paard
Slide 6 - Quiz
Hip-hopartiest Tourist LeMC heeft nieuwe muziek klaar: “Zonder zwanzen: ik vind dit de beste plaat die ik ooit gemaakt heb.”
A
de waarheid zeggen
B
Onzin praten
C
zweten
Slide 7 - Quiz
Met een duimspijker prikt Dolf een foto aan de muur.
A
punaise
B
schroef
C
wasknijper
Slide 8 - Quiz
Het was plezant in de zoo van Antwerp.
A
Druk
B
Leuk
C
Saai
Slide 9 - Quiz
Bravo! We zijn allemaal heel fier op jou.
A
Blij
B
boos
C
Trots
Slide 10 - Quiz
De buitenwipper had me niet zien binnenkomen.
A
gastheer
B
konijn
C
portier
Slide 11 - Quiz
De pielewuiter is dood teruggevonden
A
regenworm
B
konijn
C
sprinkhaan
Slide 12 - Quiz
Dat kleedje is echt mooi!
A
tapijt
B
jurk
C
jas
Slide 13 - Quiz
Een klavier dat door meerdere mensen wordt gebruikt, bevat veel bacteriën.
A
toetsenbord
B
snijplank
C
wc-bril
Slide 14 - Quiz
Ik heb dat pertang tegen je gezegd.
A
nochtans
B
vaak
C
nooit
