Weihnachten

Frohe 
Weihnachten
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Frohe 
Weihnachten

Slide 1 - Diapositive

Heute

Heute lernt ihr mehr über die Weihnachten in Deutschland!

Slide 2 - Diapositive

Aan de slag!

Wat heb je nodig:
  • Je Chromebook

          

Slide 3 - Diapositive

Zoek de juiste combinatie

der Weihnachtsbaum

das Geschenk

die Kugel

das Rentier

der Schlitten

die Glocke

die Kerze

der Weihnachtsmann

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe zeg je 'fijne kerst!' in het Duits?
A
Gute Weihnachten!
B
Frohe Weihnachten!
C
Frohes Fest!
D
Glückliche Zeit!

Slide 5 - Quiz

Weihnachtsessen und trinken: maak de juiste combinatie

Krapfen

Kakao mit Sahne

Lebkuchenherz

Käsefondue

Gänsebraten

Kartoffelsalat mit Würstchen

Slide 6 - Question de remorquage

Sehen


Je gaat een filmpje kijken. Na ieder fragment volgt een vraag.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wie heeft het uiterlijk van de kerstman bedacht?
A
Een reclame van Coca Cola.
B
de Lappen op de Noordpool

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Waar komt de kerstman oorspronkelijk vandaan?
A
de Noordpool
B
Finland
C
Nederland

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

De kerstdagen maakt
mensen dik.
A
Nee, gemiddeld maar 400 gram
B
Ja, door al het zoete eten.

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Vidéo

Wat is het meest gevraagde cadeau tijdens kerst?
A
een boek
B
een playstation
C
sieraden
D
gadgets

Slide 15 - Quiz

0

Slide 16 - Vidéo

Waarom pakt men in Duitsland op 24 december al cadeautjes uit?
A
Er is een tijdsverschil.
B
De kerk schrijft het voor.
C
Ze konden niet wachten tot 25 december.

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Vidéo

Wat is de voornaamste reden dat ouders hun kind opgeven voor de workshop koekjes bakken?
A
Ze houden niet van de troep in de keuken.
B
Ze kunnen zelf niet bakken.
C
Het is een ideale kinderopvang.

Slide 19 - Quiz

0

Slide 20 - Vidéo

Hoeveel kerstbomen staan er vanaf 24 december in de Duitse woonkamers?

Slide 21 - Question ouverte




Quiz

Je gaat een aantal vragen beantwoorden.

Slide 22 - Diapositive

In welchem Monat ist Weihnachten?
A
Dezember
B
September
C
Februar
D
Juli

Slide 23 - Quiz

Die Zeit vor Weihnachten heißt...
A
Heiligabend
B
Weihnachten
C
Advent
D
Nikolaus

Slide 24 - Quiz

Wie heißt 'oudejaarsavond' auf Deutsch?
A
Königsabend
B
Ostern
C
Altjahrsabend
D
Silvester

Slide 25 - Quiz

Was sieht man in Deutschland vor Weihnachten besonders oft?
A
Kerstdorpen
B
Kerstspelen
C
Kerstmarkten
D
Kerstboomveilingen

Slide 26 - Quiz

Frohe Weihnachten

Slide 27 - Diapositive