Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
- welke belastingen (direct / indirect) er zijn;
- over andere overheidsinkomsten.
- het verschil tussen het draagkrachtbeginsel
en het profijtbeginsel.
71,8 mld.
* Directe belastingen: ------------ × 100 = 29,09… --> 29,1%
246,8 mld.
74,9 mld.
* Indirecte belastingen: ------------ × 100 = 30,34… --> 30,3%
* Premies = 37,2 mld. + 53,9 mld. = 91,1 mld.
91,1 mld.
------------ × 100 = 36,91… --> 36,9%
9,1 mld.
* Niet-belastingontv.: ------------ × 100 = 3,68… --> 3,7%
Inkomstenbelasting over € 50.000:
€ 20000 : 100 x 35 = € 7.000
€ 30000 : 100 x 42 = € 12.600 +
€ 19.600
Heffingskorting = € 9.000 -
Totaal € 10.600
Inkomstenbelasting over € 50.000: Totaal = € 10.600
Vennootschapsbelasting over ???
Vennootschapsbelasting over € 85.000 - € 50.000 = € 35.000:
€ 35000 : 100 x 20 = € 7.000