week 1 woordraadstrategieën woordenschat H1

Goedemorgen klas 3F
Woordenschat H1 blz. 26-27
- Opdracht 4 en 5 nakijken
- jeugdjournaal
- nieuwsquiz






1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen klas 3F
Woordenschat H1 blz. 26-27
- Opdracht 4 en 5 nakijken
- jeugdjournaal
- nieuwsquiz






Slide 1 - Diapositive

Opdracht 5
territorium                                              uniek
perceel                                                     huidige
prestaties                                                disciplines
specerijen            
enclave
uitputting
gehucht
valuta
eveneens
diabetes
riskant

Slide 2 - Diapositive

Opdracht Het geheim van Leila
1. Wat voor een meisje is Leila (50 woorden)
2. Wat is de grootste gebeurtenis in het verhaal?
3. Waar speelt het verhaal zich vooral af?
4. Is het verhaal realistisch? Leg uit waarom wel/niet (50 woorden)
4. Schrijf op waarom jij vindt dat de klas dit verhaal ook moet lezen. 
( minimaal 100 woorden)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Periode 2
- fictie ( 3 verhalen + opdrachten)
- woordenschat H1 t/m H5 Toets 8% 
- Lov-gesprek voorbereiden
- kijk en luisteren H1 t/m H3 (voorbereiding op leerjaar 4)

Alles moet voldoende worden afgesloten!

Slide 5 - Diapositive

In China betaal je met een andere valuta.
Wat betekent VALUTA?

Slide 6 - Question ouverte

In de keuken maakt de kok gebruik van verschillende PECERIJEN.

Slide 7 - Question ouverte

Mijn oma is een ANALFABEET

Slide 8 - Question ouverte

Zij woont in een GEHUCHT

Slide 9 - Question ouverte

Interactie
huidige
Discipline
ongelimiteerd
perceel

uniek
terrein
onderdeel
er is er maar 1 van
onbeperkt
samenwerken

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Wat is volgens de tekst een geofoon?

Slide 12 - Question ouverte

Noteer het synoniem voor monitoren.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het tegenovergestelde van accurate?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent accurate?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Noteer uit alinea 1 twee tegenstellingen van gezamenlijk.

Slide 17 - Question ouverte

Welke voorbeelden van communicatiemiddelen staan er in alinea 1?

Slide 18 - Question ouverte

Welk synoniem voor gerecycled staat er in alinea 2?

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent ambitieuzer?

Slide 20 - Question ouverte

Welke voorbeelden van producten staan er in alinea 2?

Slide 21 - Question ouverte