Voltooid deelwoord en (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Volt. dw en bijv. nw

De vorige les hebben we het gehad over het voltooid deelwoord en het (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord.

Deze les gaan we kijken of je de geleerde theorie ook kunt toepassen. Ben je er klaar voor?

De opdracht:

Je krijgt nu een aantal vragen over het bijvoeglijk naamwoord.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

In elke zin staat een bijvoeglijk naamwoord

1. Juist
2. Onjuist

Het is mogelijk om in een zin het bijvoeglijk naamwoord weg te laten.

1. Juist
2. Onjuist

Wanneer schrijf je een bijvoeglijk naamwoord wel met -tte of -dde?

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je altijd zo kort mogelijk.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin:
Dat is een prachtige bloem.

1. dat
2. is
3. prachtige
4. bloem

Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin:
Hij is een heel knappe jongen!

1. heel
2. knappe
3. knappe jongen
4. heel knappe

Wat is/zijn de bijv.nw in de onderstaande zin:
Die oude, Spaanse man is erg lief.

1. oude
2. Spaanse
3. oude/Spaanse
4. lief

Wat is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Geef eens twee voorbeelden van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Het voltooid deelwoord

• Wie kan uitleggen wat een voltooid deelwoord is?
• Hoe herken je een voltooid deelwoord?
  

Het voltooid deelwoord

Wie weet welk trucje je kan gebruiken om ervoor te zorgen dat je het voltooid deelwoord juist spelt?


Wie kan uitleggen hoe dit trucje werkt?

De opdracht:

Je krijgt nu een aantal vrahen over het voltooid deelwoord.

Om het voltooid deelwoord juist te spellen, kan je de volgende woorden gebruiken:

1. taxi-kofschip
2. het sexy fokschaap
3. xtc koffieshop
4. ex-kaasschaaf

Het volgende woord is juist gespeld:
"gekent"

1. Klopt
2. Klopt niet

Het volgende woord is juist gespeld:
"geverfd"

1. Klopt
2. Klopt niet

Het volgende woord is juist gespeld:
"gestofzuigd"

1. Klopt
2. Klopt niet

Week 23. De weekdoelen:

-Ik weet wat stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden zijn
-Ik kan deze bijvoeglijke naamwoorden spellen
-Ik weet wat een voltooid deelwoord is
-Ik weet hoe ik een voltooid deelwoord moet spellen

Spelling hfd 4
Bladzijde 143 t/m 146

Opdracht 1 t/m 11