H1.5 Krachten overbrengen deel 2

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke regel hoort er ook alweer bij een takel?

(Takel betekent meerdere katrollen bij elkaar)

Slide 3 - Question ouverte

1200 N
600 N
500 N
400 N
300 N
200 N

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

H1.5 Krachten overbrengen
Wat is een takel?

Je spreekt van een takel als je
2 of meer katrollen bij elkaar hebt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Om de kist op te tillen zet je energie om.
Je gebruikt tenslotte je spierkracht om
touw binnen te halen en zo dus de
kist omhoog te krijgen.

Wat zou meer energie kosten?
A
Figuur 1
B
Figuur 2

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Conclusie:
Het maakt niet uit op welke manier je een kist omhoog krijgt, de verrichte arbeid blijft het zelfde.
Het kost je dus in beide situaties evenveel energie.

Slide 15 - Diapositive

Met een vast katrol kan je nooit
meer tillen dan je eigen gewicht.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welke zin is niet waar over een vaste katrol?
A
Een vaste katrol zit meestal vast aan een muur of plafond.
B
Een vaste katrol verkleint de kracht om iets op te tillen.
C
Een takel kan meerdere vaste katrollen hebben.

Slide 17 - Quiz

De arbeid bij gebruik van een losse katrol neemt.
A
Toe
B
Af
C
Blijft gelijk

Slide 18 - Quiz

Een man wil een zak veren van 60 kilo tillen door middel van een vast katrol, de man is zelf 58 kilo. Lukt het hem om de zak veren op te tillen met een vast katrol?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste woorden in:
Tijdens het ophijsen van een voorwerp verricht je ............................
Een losse katrol met twee touwen  ............................ de benodigde kracht maar ............................ de afstand waarover het voorwerp word verplaatst.

Een vaste katrol ............................ de benodigde kracht en ............................ de afstand waarover het voorwerp wordt verplaatst. Een voordeel van een vaste katrol is dat de richting van de geleverde kracht  ............................ kan worden veranderd.
Behoudt
Halveert
niet
wel
verdubbelt
Arbeid
Behoudt

Slide 20 - Question de remorquage

Hieronder staan zinnen over katrollen en takels. Markeer de juiste antwoorden.
Goed
Fout
Hijsen met katrollen gaat gemakkelijker dan tillen.
Bij een vaste katrol verandert de richting van de kracht.
Bij een losse katrol heb je evenveel kracht nodig als bij een vaste katrol.
Bij een takel verandert de richting van de kracht en hoef je minder kracht te gebruiken.
Als je kracht spaart, moet je wel meer touw innemen.
Bij twee katrollen heb je twee keer zo weinig touw nodig.

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive