Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Geschiedenis
les 1 Napoleon en de Industriële revolutie
Slide 1 - Diapositive
Geschiedenis p. 10
Les 1
Napoleon en de industriële revolutie
Les 2
WO1
Les 3
WO2
Les 4
presentaties
Les 5
presentaties
Les 7
presentaties
Les 8
presentaties
Les 9
presentaties
Slide 2 - Diapositive
Eindopdracht
presentatie moderne geschiedenis
1 les geschiedenis
Slide 3 - Diapositive
Doel van de les
-Je kan benoemen wat in Nederland nog terug te vinden is van Napoleons overheersing.
- je kan benoemen waarom de stoommachine een omkeer betekende in de geschiedenis.
- Je kan de slechte leef- en werkomstandigheden waar arbeiders mee te maken kregen op het einde van de 19de eeuw benoemen.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Napoleon
Slide 6 - Carte mentale
Napoleon Bonaparte
Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769
Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren
Hij ging op zijn 15e naar een militaire school
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Napoleon kroont zichzelf tot keizer
1804
Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
Slide 9 - Diapositive
Tocht naar Rusland
juni 1812
Napoleon had gehoopt dat Rusland een bondgenoot zou zijn.
Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon is verbijsterd...
Slide 10 - Diapositive
Napoleons terugtocht
oktober 1812
Rusland wordt Napoleons ondergang
De Russische tactiek én gevreesde winter verwoesten het Grande Armée van Napoleon.
Van de 680.000 soldaten, komen er uiteindelijk 40.000 terug in Frankrijk.
Slide 11 - Diapositive
Verbannen naar Elba
1814
Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer
Slide 12 - Diapositive
Slag bij Waterloo
1815
Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)
Slide 13 - Diapositive
Napoleon sterft
1821
Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker.
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf
tegenwoordig nog steeds te vinden is.
Nederland is er dan weer een Oranje aan de macht: Koning Willem I
Slide 14 - Diapositive
Napoleon veroverde vele landen waaronder Nederland
1806 kroonde hij zijn broer Lodewijk tot Koning van Nederland
1810 zette hij zijn broer af en lijfde Nederland in
Slide 15 - Diapositive
0
Slide 16 - Vidéo
niet door Napoleon
Wel door Napoleon
Metriek stelsel
Achternamen
Postcode
huidige schrijfletters
rechtsrijden
Iedereen voor de wet gelijk
Slide 17 - Question de remorquage
Nederland na Napoleon
1813 werd Napoleon verslagen en was hij geen heerser meer over Nederland
In 1815 werd een gevluchte stadhouder Willem V uitgeroepen tot koning Willem 1-> de eerste echte koning van Nederland
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Splitsing van de Nederlanden
Belgie wordt onafhankelijk in 1839 -> met een eigen koning
Luxemburg wordt onaghankelijk in 1890 -> Hertogdom
Slide 20 - Diapositive
Industriële revolutie
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Slide 23 - Diapositive
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Schietspoel 1733
Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.
Spinning Jenny 1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 26 - Diapositive
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Hoe hoog schiet een ontplofte stoommachine de lucht in?
A
50 meter
B
30 meter
C
300 meter
D
1 kilometer
Slide 29 - Quiz
Veranderingen door
de stoommachine
Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water
Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.
Slide 30 - Diapositive
Hoogovens
Door steenkool op een speciale manier te verhitten ontstaat cokes.
Met cokes krijg je een betere verbranding. Hierdoor kun je ook ijzererts beter verhitten.
Om ijzer nog sterker te maken, werd er gebruik gemaakt van hoogovens: ovens die zo warm worden dat het ijzer zuiver wordt.
Omdat zuiver ijzer zich beter laat bewerken, nemen ook de toepassingen ervan toe: zo zie je steeds meer bouwwerken van ijzer. Zoals bijvoorbeeld bruggen, maar ook de Eiffeltoren
Slide 31 - Diapositive
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 32 - Quiz
Nederland industrialiseert laat
Pas vanaf 1870
Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
Geen geschikte grondstoffen voor industrie
Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Vidéo
Hoe hard reed de eerste trein
A
100 km per uur
B
50 km per uur
C
40 km per uur
D
20 km per uur
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Stroomtrein
Het vervoer werd ook sterk verbeterd door de stoomtrein
Dit is de Arend, de
eerste stoomlocomotief
van Nederland ->
De eerste trein reed in
1839, van Amsterdam
naar Haarlem
Koning Willem 1 investeerde
in de stoomtrein en werd rijk….
Slide 37 - Diapositive
Wat past bij industrialisatie?
arbeiders
fabrieken
Engeland
huisnijverheid
Slide 38 - Question de remorquage
Ontstaan van het kapitalisme
Ondernemers kregen veel vrijheid om de winst te maken die ze wilde maken
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Waarom zouden kinderen over de grond kruipen bij de machines?
A
Omdat ze klein zijn en goed alles kunnen pakken wat valt
B
Omdat de volwassenen daar geen zin in hadden
C
Omdat dit een leuk spel was voor kinderen
D
Daar begon iedereen later kon je promotie maken
Slide 41 - Quiz
Waarom dronken veel mensen alcohol in deze tijd?
A
Omdat mensen wel van een feestje hielden
B
Alcohol deed de mensen hun dagelijks ellende van werk even vergeten
C
Alcohol was alleen voor arbeiders, dus zo konden ze hun bazen ontlopen
D
Alcohol hielp tegen de kou.
Slide 42 - Quiz
Kinderarbeid
Goedkoper dan volwassenen.
Nauwelijks onderwijs gehad.
Noodzakelijk voor onderhoud gezin.
Werkomstandigheden
Saai en/of gevaarlijk werk
Lange dagen (14 uren)
Lage lonen
Geen rechten
Slide 43 - Diapositive
Leefomstandigheden
Kleine woningen.
Veel gezinsleden.
Slecht voedsel
Hoge kindersterfte (arbeidersvrouwen gaven geen borst- voeding).
Slechte hygiëne zorgt voor ziektes als cholera en TBC.
Drankmisbruik
Slide 44 - Diapositive
Einde kinderarbeid
1860 verzet tegen de kinderarbeid door artsen en onderwijzers
1874 Kinderwet van Samuel van Houten-> kinderen tot 12 mogen niet in de fabriek werken (wel op het land)
1900 leerplicht van 7 t/m 12
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Vidéo
Waarom was het bijzonder dat Samuel van Houten met het kinderwetje kwam?
A
Hij was socialist
B
Hij was een fabrieksdirecteur
C
Hij was katholiek
D
Hij was liberaal
Slide 47 - Quiz
Welke vormen van energie kende men vóór de Industriële Revolutie?
A
windkracht, stoomkracht, spierkracht
B
windkracht, waterkracht, spierkracht
C
waterkracht, stoomkracht, spierkracht
D
windkracht, stoomkracht, waterkracht
Slide 48 - Quiz
Een uitspraak: In Twente werden weefscholen opgericht zodat de huiswevers sneller konden werken. Hoort deze uitspraak bij de periode vóór of na de Industriële Revolutie?
A
Voor
B
Na
Slide 49 - Quiz
Verder ontwikkelingen
Gaslampen worden elektrische lampen
Rond 1900 de eerste auto’s
Rond 1900 de film. Bioscoop wordt een populaire vrije tijdsbesteding