Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4 Elektriciteit
Slide 1 - Diapositive
Stroomkringen
Wat is een spanningsbron
Hoe lees je een stroomkring (met je BINAS)
Berekenen met de wet van Ohm
Berekenen van de weerstand met een code
Slide 2 - Diapositive
Wet van Ohm
Slide 3 - Diapositive
Weerstand van een draad
Slide 4 - Diapositive
Vermogen
Symbool is P (Power)
Wordt uitgedrukt in W (Watt)
Vermogen = Spanning (in V) x Stroomsterkte (in A)
P = U x I
Slide 5 - Diapositive
Wat is de formule om het energieverbruik te berekenen?
A
E = P : t
B
E = t : P
C
E = P x t
D
0 = E : P x t
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Capaciteit
Hoe lang een batterij meegaat, hangt af van de stroomsterkte die het aangesloten apparaat nodig heeft. Hoe groter de stroomsterkte, hoe sneller de batterij leeg is.
Bijvoorbeeld 1800 mAh
- 18 uur lang 100 mA
- 9 uur lang 200 mA
- 6 uur lang 300 mA
Slide 8 - Diapositive
Formule
Capaciteit = Stroomsterkte * tijd
C = I * t
C in ampère-uur (Ah)
I in ampère (A)
t in uren (h)
Slide 9 - Diapositive
Elektrische energie
Als je aan het wieltje draait
ontstaat er een elektrische stroom
In het groot noem je een dynamo
een generator.
Slide 10 - Diapositive
10 000 Volt
380 000 Volt
10 000 Volt
230 Volt
Slide 11 - Diapositive
Transformator
1
2
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Formule
UsUp=NsNp
= spanning primaire spoel
= spanning secundaire spoel
= aantal windingen
primaire spoel
= aantal windingen
secundaire spoel
Up
Us
Np
Ns
Slide 14 - Diapositive
Meterkast
Hiernaast zie je de onderdelen van een meterkast.
Slide 15 - Diapositive
De aardlek-schakelaar
De aardlek-schakelaar reageert als er stroom 'weglekt' via een andere weg dan de draden, b.v. via je lichaam.