Veiligheid op school: herkennen van gevarenbordjes en pictogrammen

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 1

Veiligheid op school: herkennen van gevarenbordjes en pictogrammen

Leerdoel

Aan het einde van de les kun jij gevarenbordjes en pictogrammen herkennen, weet je wat huisregels zijn en kun je onveilige situaties signaleren.

Introduceer het leerdoel en leg uit waarom veiligheid op school belangrijk is.

Wat weet je al over het herkennen van gevarenbordjes en pictogrammen?

Wat zijn gevarenbordjes?

Gevarenbordjes zijn borden met een waarschuwingsteken erop. Ze waarschuwen voor gevaarlijke situaties zoals gladde vloeren of hoge spanning.

Laat voorbeelden van gevarenbordjes zien en vraag de leerlingen waar ze ze eerder hebben gezien.

Wat is het doel van gevarenbordjes?

1. Mensen informeren over historische gebeurtenissen
2. Mensen inspireren om iets nieuws te proberen
3. Mensen aansporen om harder te werken
4. Mensen waarschuwen voor gevaarlijke situaties

Wat zijn gevarenbordjes?

1. Borden die waarschuwen voor gevaarlijke situaties
2. Borden met aanwijzingen voor veilige situaties
3. Borden die informatie geven over de omgeving
4. Decoratieve borden zonder functie

Wat zijn pictogrammen?

Pictogrammen zijn afbeeldingen die aangeven waarvoor bepaalde ruimtes of objecten bedoeld zijn. Bijvoorbeeld het wc-pictogram of het pictogram voor de nooduitgang.

Toon verschillende pictogrammen en vraag de leerlingen waarvoor ze staan.

Wat is een voorbeeld van een pictogram?

1. Een tekening van een bloem.
2. Een foto van een hond.
3. Een afbeelding van een auto.
4. Het wc-pictogram.

Waarvoor worden pictogrammen gebruikt?

1. Om de naam van een bedrijf te promoten.
2. Om te vertellen welke dag het is.
3. Om aan te geven waarvoor ruimtes/objecten bedoeld zijn.
4. Om te laten zien hoe mooi een gebouw is.

Wat zijn pictogrammen?

1. Kledingstukken die je kunt kopen in een winkel.
2. Kunstwerken die worden tentoongesteld in musea.
3. Stickers die je op je laptop plakt.
4. Afbeeldingen die aangeven waarvoor ruimtes/objecten bedoeld zijn.

Wat zijn huisregels?

Huisregels zijn afspraken die op school gelden om de veiligheid en het welzijn van alle leerlingen en medewerkers te waarborgen. Bijvoorbeeld niet rennen in de gangen of niet op tafels staan.

Leg uit waarom huisregels belangrijk zijn en bespreek samen enkele voorbeelden van huisregels op school.

Herkennen van onveilige situaties

Het is belangrijk om onveilige situaties te herkennen om zo gevaarlijke situaties te voorkomen. Bijvoorbeeld een kapotte trap of een gladde vloer.

Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van onveilige situaties die ze in het verleden hebben gezien.

Wat is een voorbeeld van een onveilige situatie?

1. Een kapotte trap
2. Een goed onderhouden trap
3. Een schone vloer
4. Een goed verlichte kamer

Waarom is het belangrijk om onveilige situaties te herkennen?

1. Om de situatie te verergeren
2. Om meer spanning te creëren
3. Om gevaarlijke situaties te voorkomen
4. Om meer risico te nemen

Wat te doen bij onveilige situaties?

Bij een onveilige situatie moet je dit melden bij de docent of conciërge. Zij kunnen dan passende actie ondernemen om het probleem op te lossen.

Leg uit wat de leerlingen moeten doen als ze een onveilige situatie zien en bespreek enkele voorbeelden.

Is het de verantwoordelijkheid van de school om te zorgen voor veiligheid?

Ja, ze hebben een zorgplicht.

Nee, het is de verantwoordelijkheid van individuen.

Is het melden van onveilige situaties altijd effectief?

Ja, docenten kunnen het probleem oplossen.

Nee, het kan genegeerd worden.

Moet je altijd melden bij de docent of conciërge bij onveilige situaties?

Ja, zij kunnen actie ondernemen.

Nee, je moet voor jezelf opkomen.

Samenvatting

We hebben vandaag geleerd wat gevarenbordjes en pictogrammen zijn, wat huisregels zijn en hoe je onveilige situaties kunt herkennen en melden.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen om nog vragen te stellen of opmerkingen te maken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les nieuw hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.