8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.4 Samen werken aan ontwikkeling?

Slide 1 - Diapositive

         In deze les leer je:
         - over het inkomen per hoofd van de bevolking;
         - over de vicieuze cirkel waarin een ontwikkelingsland zich  
         bevindt;
         - over vormen van ontwikkelingshulp en            
           ontwikkelingssamenwerking.
       
         
          

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Ontwikkelingsland

Slide 4 - Carte mentale

Nationaal inkomen
= het totaal van alle inkomens van de inwoners van een land per jaar (huur, loon, rente, winst).
Je kunt pas landen met elkaar vergelijken als je het inkomen per hoofd van de bevolking weet.


inkomen.per.hoofd=aantal.inwonersnationaal.inkomen

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 32


A. Bereken voor de drie landen het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond de bedragen af op hele euro's.


B. Welk land is het meest welvarend? En welke het minst?





Luxemburg:


Bangladesh:


Malawi:
timer
2:00
inkomen.per.hoofd=aantal.inwonersnationaal.inkomen

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 32


A. Bereken voor de drie landen het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond de bedragen af op hele euro's.


B. Welk land is het meest welvarend? En welke het minst?





Luxemburg: € 50.000.000.000:521.000 =
€ 50.000.000.000 : 521.000 = € 95.969,29 

Bangladesh:


Malawi:
timer
2:00
inkomen.per.hoofd=aantal.inwonersnationaal.inkomen

Slide 7 - Diapositive

Welvaart wordt ook bepaald door:
  • hoe de verdeling van het inkomen is;
  • hoeveel informele productie en  

       zelfvoorziening er zijn;

  • de hoogte van de prijzen.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 34

Gebruik weer de gegevens van Malawi bij vraag 32. In Malawi verdient de armste 10% van de bevolking 3% van het nationaal inkomen. De rijkste 10% verdient 32% van het nationaal inkomen.


A. Bereken voor zowel de armste als het rijkste deel van de bevolking het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking.



B. Wereldwijd is de armoedegrens vastgesteld op een inkomen van €1 per dag. Laat met een berekening zien dat de armste 10% van de bevolking van Malawi onder die armoedegrens zit.



armste 10% --> 3% nationaal inkomen







rijkste 10% --> 32 % nationaal inkomen
timer
2:00

Slide 9 - Diapositive

Antwoord op vraag 34 a is:

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 34

Gebruik weer de gegevens van Malawi bij vraag 32. In Malawi verdient de armste 10% van de bevolking 3% van het nationaal inkomen. De rijkste 10% verdient 32% van het nationaal inkomen.


A. Bereken voor zowel de armste als het rijkste deel van de bevolking het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking.



B. Wereldwijd is de armoedegrens vastgesteld op een inkomen van €1 per dag. Laat met een berekening zien dat de armste 10% van de bevolking van Malawi onder die armoedegrens zit.



armste 10% --> 3% nationaal inkomen

10% van 17.300.000 = 17.300.000: 100 x 10 = 1.730.000 mensen

3% van € 13.800.000.000 =
€ 13.800.000.000:100 x 3 = € 414.000.000.

Dus € 414.000.000 : 1.730.000 = € 239,31

rijkste 10% --> 32 % nationaal inkomen
Zelf maken

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk

Lezen paragraaf 8.4 
Leren paragraaf 8.3

Slide 12 - Diapositive

8.4 Samen werken aan ontwikkeling?
Vervolg

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 34

Gebruik weer de gegevens van Malawi bij vraag 32. In Malawi verdient de armste 10% van de bevolking 3% van het nationaal inkomen. De rijkste 10% verdient 32% van het nationaal inkomen.


A. Bereken voor zowel de armste als het rijkste deel van de bevolking het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking.



B. Wereldwijd is de armoedegrens vastgesteld op een inkomen van €1 per dag. Laat met een berekening zien dat de armste 10% van de bevolking van Malawi onder die armoedegrens zit.



rijkste 10% --> 32% nationaal inkomen

10% van 17.300.000 = 17.300.000: 100 x 10 = 1.730.000 mensen

32% van € 13.800.000.000 =
€ 13.800.000.000:100 x 32 = € 4.416.000.000.

Dus € 4.416.000.000 : 1.730.000 = € 2.552,60

verschil rijk en arm = € 2552,60 - € 239,31

Slide 14 - Diapositive

Noem minstens 3 kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 15 - Question ouverte

Kenmerken van ontwikkelingslanden:
  • snelle bevolkingsgroei;
  • lage levensverwachting en hoog sterftecijfer;
  • slechte gezondheidszorg;
  • gebrekkige scholing --> veel analfabetisme;
  • slechte infrastructuur;
  • veel werkloosheid.


Slide 16 - Diapositive

De vicieuze cirkel van armoede

Slide 17 - Diapositive

1 laag inkomen
weinig investeren in landbouw-machines
lage productie-opbrengst
weinig sparen

Slide 18 - Question de remorquage

Vormen van ontwikkelingshulp

           
Structurele hulp
Noodhulp
Hulp om mensen te laten overleven (vaak bij natuurrampen)
Hulp voor de lange termijn, met als doel dat ontwikkelingslanden economisch zelfstandig worden.
Gebonden hulp
Wanneer een land dat hulp biedt aan een ontwikkelingsland, voorwaarden stelt aan die hulp.

Slide 19 - Diapositive

Er is een nieuw ziekenhuis gebouwd in de stad Yele in Sierra Leone. Sierra Leone is een arm land in West-Afrika.

Vind je de bouw van een ziekenhuis een voorbeeld van noodhulp of van structurele hulp? Of allebei? Verklaar je antwoord.

Slide 20 - Question ouverte

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte infrastructuur
B
Monocultuur
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Weinig analfabetisme

Slide 22 - Quiz

Inkomen per hoofd van de bevolking
=
A
het nationale inkomen
B
het inkomen per persoon

Slide 23 - Quiz

Inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop de mensen hun geld verdienen
B
de manier om waarbij het geld eerlijk verdeeld wordt
C
de manier waarop het inkomen is verdeeld over de mensen

Slide 24 - Quiz

Wat bepaalt de welvaart in een land?
A
het inkomen per hoofd van de bevolking
B
de inkomensverdeling van een land
C
de hoeveelheid informele productie
D
de hoogte van de prijzen

Slide 25 - Quiz

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen is een vorm van ...
A
noodhulp
B
structurele hulp
C
gebonden hulp

Slide 26 - Quiz

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland is een vorm van ...
A
noodhulp
B
structurele hulp
C
gebonden hulp

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Antwoorden van samenvatting

Slide 29 - Question ouverte