H5 2d

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H5 2d

Determineer:

vereor 

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal:
Non vereor

Determineer:

existimet

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Wat is het onderwerp bij existimet?

1. ingesloten
2. quis (=aliquis)
3. me
4. haec

Vertaal: non vereor ne quis ... existimet
Ik ben niet bang dat ...

ne quis ... existimet
Welke constructie verwacht je bij existimet?

Wat is de eerste pv in de ACI?

1. vestri
2. adhortandi
3. loqui
4. existimet

Wat is de tweede pv in de ACI?

1. existimet
2. aliter
3. adfectum esse
4. esse

Determineer:

Licuit

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal: Licuit

Licuit + inf
Welke inf hoort bij Licuit?

Determineer:

profectus eram

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal: profectus eram

Determineer:

haberem

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal haberem als irrealis.

participem en socium

Dit zijn dubbelverbonden (praedicatieve) bepalingen bij fratrem.

Welk woord voeg je toe in je vertaling als een zelfst. nw. een dvb is?

hostem

Dit is een dubbelverbonden (praedicatieve) bepalingen bij Hasdrubal.

Determineer:

praeterveherer 

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal praeterveherer.

Determineer:

movi 

1

2

3

ev

mv

ind

imp

conj

prae

impf

fut

pf

plq pf

fut ex

A

P

Vertaal castra movi.