Week 5 - Wat een weertje...

Week 5 PR MC 2 : Het weer
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeSecundair onderwijs

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Week 5 PR MC 2 : Het weer

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat versta jij onder 'mooi weer'?

Slide 3 - Question ouverte

Het weer is een belangrijk element om je vakantie te bepalen: is er veel of weinig regen, is het warm of koud, schijnt de zon of is het bewolkt ... Toeristen gaan vooral naar de zee als het mooi weer is. Onder 'mooi weer' verstaat men vaak: geen regen, zonneschijn, niet te veel wind en hoge temperaturen. 
Wat is jouw favoriete vakantiebestemming?
Ik blijf liever gewoon thuis
Een tropisch land ver weg
Een vakantie in eigen land
Een vakantie dichtbij (Frankrijk, Nederland,...)
naar mijn familie in een ander land dan België
andere bestemming

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Staycation

Slide 5 - Diapositive

Heb je al gehoord van een staycation? Dat is de Engelse samenstelling van de woorden "stay" en "vacation", wat betekent dat je de vakantie doorbrengt in je eigen land. Ook in België is er veel te beleven, van de uitgestrekte Ardennen in het zuidoosten tot de Belgische kust in het zuidwesten.
Elk jaar onderzoekt Toerisme Vlaanderen het toerisme in België. Het laatste onderzoek dateert van 2019.
In 2019 ontving België meer dan 18 miljoen toeristen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Uit welk land kwamen de meeste toeristen?
A
België
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van de 18 miljoen toeristen in België ging meer dan 10 miljoen toeristen naar het Vlaams Gewest.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke drie steden in het Vlaams Gewest waren het meest populair?
A
Brussel, Oostende en Antwerpen
B
Brugge, Antwerpen en Sint-Niklaas
C
Brugge, Gent en Antwerpen
D
Brussel, Sint-Niklaas en Oostende

Slide 9 - Quiz

Gebruik de atlas om deze steden te laten opzoeken! 
De omcirkelde regio kent geen grootsteden zoals Gent, Antwerpen of Brugge, maar is toch zeer populair.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke Vlaamse regio ligt in het omcirkeld gebied?
A
Kempen
B
Waasland
C
Vlaamse Ardennen
D
Kust

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Belgische kust

Slide 12 - Diapositive

De Belgische Kust is voor Belgen de meest populaire vakantiebestemming in eigen land. De kust heeft dan ook veel te bieden.
Welke landschapselementen zie je op de foto?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk landschap is dominant op de foto?
A
Stedelijk landschap
B
Toeristisch landschap
C
Natuurlandschap
D
Havenlandschap

Slide 14 - Quiz

⇒ De huisjes aan de duinen zijn bedoeld als verblijfplaats voor toeristen en daarom geen stedelijk landschap.
Het weerbericht

Slide 15 - Diapositive

Bekijk het weerbericht. 
Is het weer de hele dag hetzelfde? NEE
Is het weer voor heel België hetzelfde? NEE

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanavond en vannacht is het in het westen van 
het land alsook ten zuiden van Samber en Maas zwaarbewolkt met buien. Op de Ardense topppen is sneeuw mogelijk. In het centrale deel van het land is het droger met meer opklaringen. Het wordt een koude nacht met minima tussen lokaal 0 graden in de Ardennen, 1 à 3 graden in het midden van het land en 6 graden aan zee. De matige noordwestenwind wordt overwegend zwak en ruimt naar het noorden. Op de Ardense Hoogten blijft de wind eerder matig.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke elementen bepalen het weer?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerselementen

Slide 20 - Diapositive

neerslag, temperatuur, windrichting, windsnelheid en luchtdruk

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TEMPERATUUR

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Thermometer
  • Eenheid = graden Celsius

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NEERSLAG

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Pluviometer
  • Eenheid = mm

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WINDSNELHEID

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Anemometer
  • Eenheid = km/u

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schaal van Beaufort

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Windvaan
  • Eenheid = N-O-Z-W

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windrichting N- O -Z -W 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LUCHTDRUK

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is luchtdruk?
A
de hoeveelheid zuurstof in de lucht
B
de kracht waarmee de lucht op een oppervlakte drukt
C
de snelheid van de luchtverplaatsing
D
de temperatuur van de lucht

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat wind?
A
Door bewegende wolken
B
Door de beweging van lucht van hogedruk- naar lagedrukgebieden
C
Door het draaien van de aarde

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Barometer
Eenheid = hectopascal (hPa)

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • temperatuur
  • isothermen

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • neerslag
  • isohyeten

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • luchtdruk
  • isobaren

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1040 hPa
temperatuur
windsnelheid
neerslag
windrichting
luchtdruk

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Meteoroloog =Iemand die metingen doet over het weer en het weer voorspelt.
Weer
Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats.
Weerselementen
temperatuur, neerslag, windsnelheid, windrichting en luchtdruk

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windrichting
Luchtdruk
Neerslag
Temperatuur
Windsnelheid
Barometer
Pluviometer
Anemometer
Thermometer
Windvaan

Slide 46 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk instituut meet het weer in België?
A
Buienradar
B
KMI
C
Weeralarm.be
D
Meteovista

Slide 47 - Quiz

KMI staat voor het Koninklijk Meteorologisch Instituut
Wat een moeilijk woord, me-te-o-ro-lo-gisch. Het is zelfs uitgeroepen tot het moeilijkst uitspreekbare woord in 2015. Wat betekent meteorologie? Meteorologie is de studie van het weer.
Om een weersverwachting te kunnen opstellen en het klimaat te monitoren, verzamelen de meteorologen van het KMI continu waarnemingen en metingen in 13 weerstations. Met deze gegevens wordt het weerbericht opgemaakt.
Tot de volgende keer!
Dan zijn we er weer met meer weer!

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions