Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Politieke stromingen
Politiek
Slide 1 - Diapositive
Politieke stromingen
Wat leer je deze lessen?
Je kan de uitgangspunten van de onderstaande stromingen noemen en herkennen in een bron.
Liberale stroming
Sociaal-democratische stroming
Christen-democratische stroming
Ecologische stroming
Nationalistische stroming
Slide 2 - Diapositive
Politieke stroming
Een politieke stroming is een geheel van ideeën over hoe de samenleving eruit zou moeten zien.
Slide 3 - Diapositive
Welk woord moet op de open plek? De politieke partijen in Nederland kun je verdelen in verschillende.........
A
Christelijke partijen
B
Stromingen
C
Populisme
D
Sociaaldemocratische partijen
Slide 4 - Quiz
Liberalisme
Vrijheid voor individu
Vrijheid voor de economie (bedrijven hebben weinig regels en mogen dus veel zelf bepalen)
Particulier initiatief (iedereen mag een bedrijf beginnen)
Kleine overheid
Eigen verantwoordelijkheid
Veiligheid: veel geld naar politie en defensie
Partijen: VVD, PVV, FvD
Slide 5 - Diapositive
Welke waarde vinden de liberalen het belangrijkst?
Slide 6 - Question ouverte
Waarbij kun je de liberalen het best plaatsen?
A
Politiek links
B
Politiek midden
C
Politiek rechts
Slide 7 - Quiz
Wat is een liberale politieke partij?
A
CDA
B
ChristenUnie
C
SP
D
VVD
Slide 8 - Quiz
Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
Eerlijke verdeling van geld
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief
Slide 9 - Quiz
Sociaal democratie
Gelijkheid en gelijkwaardigheid
Opkomen voor de zwakkeren
Actieve overheid,want overheid moet zorgen voor gelijkheid door bijvoorbeeld uitkeringen en hogere belastingen voor rijkere.
Internationale solidariteit
Partijen: PvdA. SP, GroenLinks
Slide 10 - Diapositive
Wat is een belangrijke kenmerk van sociaal-democraten?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider
Slide 11 - Quiz
Welke politieke stroming wil dat de overheid een grote rol speelt?
A
Extreem-rechts
B
Christen-democraten
C
Sociaal-democraten
D
Liberalisme
Slide 12 - Quiz
PvdA hoort bij welke stroming?
A
Liberalisme
B
Christen-Democraten
C
Sociaal-democraten
D
Extreem-rechts
Slide 13 - Quiz
Christen-democraten
Geloof en bijbel zijn belangrijk
Gezin is belangrijk
Rentmeesterschap: wij lenen de aarde van god en moeten dus goed voor de aarde zorgen (milieu is dus belangrijk)
Naastenliefde
Gespreide verantwoordelijkheid: burgers en maatschappelijke instellingen (zoals kerken, scholen) moeten voor elkaar zorgen, als dat niet kan, zorgt de overheid.
Partijen: CDA, ChristenUnie, SGP
Slide 14 - Diapositive
Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid
Slide 15 - Quiz
Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid
Slide 16 - Quiz
De verantwoordelijkheid ligt bij de burgers en organisaties, als dit niet lukt, helpt de overheid.
A
Liberalisme
B
Sociaal-democraten
C
Christen-democraten
D
Extreem-rechts
Slide 17 - Quiz
Aan de slag!
Basis: H5 vraag 5, 6 en 8
Kader: H4 vraag 9 (alleen de eerste 3 stromingen invullen) en 10
timer
10:00
Slide 18 - Diapositive
Weet je nog?
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 19 - Diapositive
De belangrijkste waarde voor het liberalisme is
A
Mensen moeten voor elkaar zorgen
B
Gelijke kansen voor iedereen
C
Eigen verantwoordelijkheid
D
Iedereen moet zich aanpassen aan de regels van dit land
Slide 20 - Quiz
Welke partij behoort tot het liberalisme (rechts!)
A
CDA
B
GroenLinks
C
VVD
Slide 21 - Quiz
Voor welke politieke stroming is 'rentmeesterschap' een belangrijke waarde?
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen democraten
Slide 22 - Quiz
Ecologische stroming
Duurzame 'groene' consumptie is belangrijker dan economische groei.
Geen verdere aantasting van natuur en milieu.
Milieuvriendelijk en duurzaam produceren en consumeren.
Partijen: PvdD, GroenLinks
Slide 23 - Diapositive
Een kenmerk van de ecologische stroming is:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
milieubewustzijn
D
solidariteit
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Vidéo
Nationalistische stroming
Oorspronkelijke bewoners van een land staan centraal.
Streven naar onafhankelijkheid en volledig zelfbestuur: niet (meer) deelnemen aan internationale organisaties zoals de EU.
Globalisering en immigratie zijn een bedreiging voor het land.
Vaak populistisch
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Aan de slag!
Basis: H5 vraag 7, 9, 10, 11 en 12
Kader: H4 vraag 9, 12, 13, 14 en 15
Slide 28 - Diapositive
Gecombineerde oefenvragen
Bij de volgende vragen komen alle stromingen aan bod.
Slide 29 - Diapositive
Lees de tekst.
Welke partij heeft het meest liberale standpunt over het vaderschapsverlof?
A
Partij A
B
Partij B
C
Partij C
D
Partij D
Slide 30 - Quiz
Lees de tekst.
Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de nationalistische stroming
Slide 31 - Quiz
Er moeten minder regels komen.
A
de christen-democraten
B
de sociaal-democraten
C
de liberalen
D
alle politieke stromingen
Slide 32 - Quiz
sociaal-democraten
liberalen
nationalistisch
christen-democraten
opkomen voor de zwakkeren
particulier initiatief
volledig zelfbestuur
gespreide verantwoordelijkheid
Slide 33 - Question de remorquage
Wat bedoelen christendemocraten met 'gezamenlijke verantwoordelijkheid'
A
dat overheid, burgers en maatschappelijke organisaties samen moeten werken
B
alle politieke partijen samen moeten werken
C
dat burgers het individueel moeten doen
D
Dat de overheid zich zo min mogelijk mee bemoeit
Slide 34 - Quiz
Deze stroming wil ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaaldemocratische stroming
B
Liberale stroming
C
Christendemocratische stroming
D
Nationalistische stroming
Slide 35 - Quiz
We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort bij de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks
Slide 36 - Quiz
De overheid beslist om het makkelijker te maken om uitkeringen te krijgen.
Bij welke stroming past dit besluit?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalisme
D
Nationalistisch
Slide 37 - Quiz
Bedrijven die gehandicapten aannemen als werknemers krijgen een vergoeding.
Bij welk uitgangspunt van politieke stromingen past dit?
A
Rentmeesterschap
B
Vrijheid
C
Opkomen voor de zwakkeren
D
Gelijkheid
Slide 38 - Quiz
''Wij willen armoede bestrijden. We willen een structurele verhoging van tien procent van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Ook zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om armoede onder kinderen te bestrijden.'' Waar past deze uitspraak het best bij?