3.9 Internationale samenwerking

3.9 Internationale samenwerking
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.9 Internationale samenwerking

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Europees Parlement
In ieder EU-land worden (elke 5 jaar) parlementsleden voor het Europees Parlement gekozen. (volksvertegenwoordiging)
Het Europees Parlement heeft twee taken:
  • Stemmen over wetsvoorstellen van de Europese Commissie.
  • De Europese Commissie controleren.

Waarmee kan je het Europees Parlement vergelijken als je naar de Nederlandse politiek kijkt? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Raad van Ministers 
Raad van Ministers ( bijv: alle ministers van landbouw of alle ministers van veilgheid en justitie)die uit de regeringen van de EU-landen zelf komen.
Hoeveel ministers zitten er in de Raad van ministers?
Raad van Ministers wisselt dus van samenstelling naar gelang het thema/onderwerp.
Taak van een Raad van Ministers: Goedkeuren van wetsvoorstellen van de Europese Commissie. (wetgevende macht)

Slide 5 - Diapositive


Europese Commissie



  • De Europese Commissie bestaat uit 28 commissarissen
  • Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers. 
  • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en controleert of EU leden zich aan de afspraken houden. (uitvoerende macht)
  • EC heeft niet veel macht.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ursula von der Leyen 
(voorzitter)
Frans Timmermans
(Nederlandse commissaris)

Slide 8 - Diapositive






Het hof van justitie van de Europese Unie is de rechtsprekende macht binnen de EU. Elke lidstaat vaardigt één rechter af. (rechtsprekende macht)
De Europese centrale bank (ECB) moet er nog voor zorgen dat er een stabiliteit is op financieel gebied. 

Slide 9 - Diapositive

De NAVO
  • Sinds 1949 is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Een militair bondgenootschap van  landen uit Noord-Amerika en Europa. 
  • De lidstaten helpen elkaar als ze aangevallen worden. 
Na WOII hoorden de landen uit het westblok bij de NAVO

Slide 10 - Diapositive

De Verenigde Naties
Vrijwel alle landen ter wereld zijn lid van de Verenigde Naties (VN). De VN werken aan vrede en veiligheid in de wereld door:
  • te bemiddelen bij conflicten tussen landen. Soms met de inzet van militairen.
  • hulp te bieden aan mensen in nood. Bijvoorbeeld bij oorlog, natuurrampen of hongersnoden.
  • regeringen te vragen mensenrechten te respecteren.

Slide 11 - Diapositive

Organisatie
Alle lidstaten hebben één stem in de Algemene Vergadering
  • De Veiligheidsraad is het belangrijkste orgaan van de VN
  • Deze bestaat uit vijf vaste leden (VS, Rusland(SU), GB, China en Frankrijk) en tien wisselende leden
  • De vijf vaste leden hebben vetorecht

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 10 - Europese Unie (blz 105 - WB)
Geef plek in het schema: 
- Europees parlement
- Europese raad
- Europese commissie
- Raad van ministers
- Nationale parlementen
timer
10:00
Klaar? Maak opdracht 1 t/m 9  op blz 104/105 van je werkboek

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de EU met de soevereiniteit van landen?

4. Kritiek?

Europese Unie

Klaar? 1. Ga op zoek naar de leden van de NAVO, welke landen zijn dit?
2. Noem een land dat lid is van de EU, maar NIET van de NAVO.
3. Noem een land dat lid is van de NAVO, maar NIET van de EU. 


1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat betekent intergouvernementele samenwerking?

4. Wat betekent supranationale samenwerking?
NAVO

1. Doel?

2. Hoeveel leden?

3. Wat doet de Veiligheidsraad?

4. Waardoor lukt het de VN vaak niet om in te grijpen?

Verenigde Naties

timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Lezen: 3.9 - Internationale samenwerking (blz 106 t/m 111 - LB)
Maken: opdracht 1 t/m 9 (blz 104)
AAN DE SLAG!
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Europa heeft een leger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Montenegro, Servië en Albanië zijn ook lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

De EU beslist welke informatie er op een flesje frisdrank staat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Het Europees Parlement heeft evenveel macht als de nationale parlementen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Jouw middelbareschooldiploma is niet geldig in een andere EU-lidstaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Rietjes, bestek en bakjes mogen niet meer van plastic zijn in de EU vanaf januari 2021.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Turkije is sinds kort lid van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Nederland is armer geworden door de EU.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

In de EU kun je bijna overal vrij reizen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Je hebt een werkvergunning nodig om in een ander EU-land te gaan werken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

De doodstraf is in sommige EU-landen toegestaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

De uitvoerende macht van de EU ligt bij de Europese Commissie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

De Europese Unie telt na de brexit 27 lidstaten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Bulgarije, Roemenie en Kroatie zijn de laatste landen die lid werden van de Europese Unie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Als je als staat lid bent van de Europese Unie, gebruik je de euro als nationale munt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz