All Right unit 1K recap

Unit 1 - England recap
Grammar /  vocabulary 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unit 1 - England recap
Grammar /  vocabulary 

Slide 1 - Diapositive

Wat komt er op de toets?
  • Woordjes vertalen EN >NL en NL>EN 
  • Persoonlijke voornaamwoorden
  • Bezittelijke voornaamwoorden
  • Toepassen van  "to be" (+/-/?)
  • Expressions

Slide 2 - Diapositive

Today
  • Woordjes
  • Toepassen van  "to be" (+/-/?)
  • Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 3 - Diapositive

Home
School
father
lesson
gaming
teacher
exam
family
pet
history

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep het woord naar het goede plaatje.
family
grandma
grandpa
rabbit
sister
dog
brother
father/dad
mother/mom

Slide 5 - Question de remorquage

Grammar - to be!
Je kan AM, IS en ARE ook afkorten. Dat doe je zo: 


I am

I'm 
He is
She is
It is

He's
She's 
It's 
You are
We are
They are

You're
We're
They're
Tekst

Slide 6 - Diapositive

Grammar - to be!
Je kan AM, IS en ARE ook afkorten. Dat doe je zo: 


I am

I'm 
He is
She is
It is

He's
She's 
It's 
You are
We are
They are

You're
We're
They're
Tekst

Slide 7 - Diapositive

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to be' 
Am
Is
Are
Are
Are
Are
Is
Is

Slide 8 - Question de remorquage

You ... at home.
A
is not
B
are not
C
aren't

Slide 9 - Quiz

She ....... interested in fashion.
A
is
B
are not
C
isn't

Slide 10 - Quiz

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 11 - Diapositive

Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 12 - Question de remorquage

Vul de juiste voornaamwoorden in:
....... likes football.
A
I
B
She

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste voornaamwoorden in:
Are ... friends ?
A
Justin
B
we
C
they

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste voornaamwoorden in:
That is ..... book. Will you give it to ….?
A
my / me
B
mine / me
C
mine / my
D
my / mine

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste voornaamwoorden in:
Those people are ..... friends.
A
them
B
their

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste voornaamwoorden in:
That is Helen's bike. It is ... bike.
A
her
B
his

Slide 17 - Quiz

What now?
- Check of je alle 'Test Yourself' hebt gemaakt (1.2, 1.3, 1.4 en 1.5)

Klaar?
- Oefen met onderwerpen die je moeilijk vind via bijvoorbeeld Versterk Jezelf
- Oefen de woorden via de woordtrainers (1.2 t/m 1.5)

Slide 18 - Diapositive

Questions??

Slide 19 - Diapositive