13-4-2023 der- en ein-groep

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek + schrift op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek + schrift op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute:

- Huiswerk controleren
- der- en ein-groep
- zelfstandig werken / Huiswerk maken

Slide 2 - Diapositive

Hausaufgaben kontrollieren:
vanaf blz. 79 opdracht 1 / 2/ 3 /4


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ich suche ein Geschenk.
Ich suche ein Geschenk.

Slide 5 - Diapositive

Ich habe dein Eis gegessen.
Wie of wat + gezegde ---> Antwoord: Ich (Onderwerp 1ste naamval)

Wat + gezegde + onderwerp ---> Antwoord: dein Eis (4de naamval)

Ich habe dein Eis gegessen.

Slide 6 - Diapositive

der-groep en ein-groep
in de 1ste en 4de naamval

Slide 7 - Diapositive



Schema A: der-groep ---> de bepaalde lidwoorden der/ die / das

Scheme B: ein-goep ---> ein- / kein- en de bezittelijke   voornaamwoorden mein- / dein- / sein- / ihr- / unser- / euer- / ihr- / Ihr-

Slide 8 - Diapositive

der-groep ---> de bepaalde lidwoorden 
der/ die / das



naamval
zinsdeel
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
mervoud
1ste
onderwerp
der Mann
die Frau
das Baby
die Kinder
4de
lijdend voorwerp
den Mann
die Frau
das Baby
die Kinder

Slide 9 - Diapositive

naamval
zinsdeel
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
mervoud
1ste
onderwerp
ein Mann
mein Mann
eine Frau
meine Frau
ein Baby
mein Baby
keine Kinder
meine Kinder
4de
lijdend voorwerp
einen Mann
meinen Mann
eine Frau
meine Frau
ein Baby
mein Baby
keine Kinder
meine Kinder
ein-goep: 
ein... (een) / kein...(geen) en de bezittelijke voornaamwoorden mein.. (mijn) / dein..(jouw) / sein- (zijn) / ihr...(haar) / unser...(onze) / euer...(jullie) / ihr...(hun) / Ihr... (uw)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Seite 77 Aufgabe 8

Slide 12 - Diapositive

zelfstandig en stil werken:
- ab Seite 77 Aufgabe 9 und 10 machen
- ab Seite 79 Aufgabe 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6

Klaar?--> woorden en zinnen leren blz. 85 / 86 / 87

timer
15:00
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

stof H2 PW


- woordjes en zinnen blz. 85/86/87
- modale hulpwoorden müssen /wissen / wollen
- het voltooid deelwoord
- voorzetsels met de 4de naamval
- der-groep en ein-groep




Slide 14 - Diapositive