Th 4 bss2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Voedingsmiddelen
wat je eet of drinkt, bevat voedingsstoffen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Voedingsmiddelen
wat je eet of drinkt, bevat voedingsstoffen

Slide 1 - Diapositive

Noem vier voedingsmiddelen die je dagelijks eet!
(zet ze alle vier in 1 antwoord)

Slide 2 - Question ouverte

Bouw-, brand-, reserve- en beschermende stof
Bouwstoffen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam.

Brandstoffen leveren energie. Alle organen in je lichaam hebben energie nodig om te kunnen werken. Voor alle bewegingen die je maakt is energie nodig. Ook voor het op peil houden van je lichaamstemperatuur en voor groei, ontwikkeling en herstel van je lichaam is energie nodig.

Reservestoffen zijn niet direct nodig als bouwstoffen of brandstoffen. Ze worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam. Tenslotte zorgen de voedingsstoffen ervoor dat je gezond blijft.

Een tekort aan bepaalde mineralen en vitamines kan ziekte veroorzaken. We noemen mineralen en vitamines daarom ook wel beschermende stoffen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Voedingsstoffen
  • Water
  • Mineralen
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines

 

 

Slide 5 - Diapositive

Water
- Bouwstof
- Wordt gebruikt voor transporteren van stoffen
(je bloed bestaat voor 50% uit water)

Slide 6 - Diapositive

Mineralen (zouten)
- Bouwstof 
- Beschermende stof

- Voorbeelden van mineralen zijn Calcium (Ca), IJzer (Fe), Natrium (Na) en Kalium (K).
Mineralen heb je o.a. nodig voor de opbouw van je botten en voor het aanmaken van rode bloedcellen.

Slide 7 - Diapositive

Koolhydraten

- Brandstof

- Bouwstof

- Reservestof* (glycogeen in lever en spieren)

- *Belangrijkste voedingstof voor energie.

 

- Zit in zaden zoals tarwe en rijst, in aardappelen en suikerbiet

Slide 8 - Diapositive

Vetten

- Brandstof

- Bouwstof

- Reservestof (in bindweefsel en geel beenmerg, bij overmaatig gebruik van koolhydraten, eiwitten of vetten

- Dierlijke vetten vaak slecht (verzadigd), vis is een uitzondering
- Plantaardig goed, onverzadigd.

-Zit in olie, zuivel, vlees en noten

Slide 9 - Diapositive

Eiwitten

- Bouwstof

- Brandstof

- Belangrijk voor opbouw van cellen (bv spieren) en stoffenin bloed

-Zit in bonen, vlees, zuivel en eieren

Slide 10 - Diapositive

Vitamines

- Beschermende stof

- Bouwstof

Je hebt vitamine A, vitamine B, etc.
Als je te weinig vitaminen van een bepaald soort binnen krijgt, kun je de gebreksziekte krijgen die hoort bij die soort.
-Krijg je te weinig vitamine A binnen, dan kan nachtblindheid (slecht zien in het donker) het gevolg zijn. -Te weinig vitamine C veroorzaakt scheurbuik.

 

-Vitamine D wordt gevormd onder invloed van licht. 

-Vitamine K (bloedstolling) wordt gemaakt door bacteriën in dikke darm.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Gluten
Gluten zitten van nature onder andere in tarwe, rogge, gerst en spelt en zorgen ervoor dat brood luchtiger wordt. Daarnaast wordt het vaak verwerkt in producten zoals soep, saus, snoepjes, gebak en pizza. Hier heeft het de functie van een bindmiddel.

Slide 15 - Diapositive

Voedingsmiddelen zijn de producten die je kan eten en drinken.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Voedingsstoffen zijn stoffen in producten die niet goed zijn voor je.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

In de Schijf van Vijf staan producten die je eet en drinkt voor een gezonde levensstijl
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Vetten zijn altijd slecht voor je
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Vitamines krijg je alleen maar binnen door middel van je voeding.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

In plaats van melk kun je ook alleen maar water drinken. Dit is hetzelfde.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Brandstoffen zijn stoffen die je lichaam kan verbranden voor energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Bouwstoffen zijn stoffen die zorgen voor de aanmaak van nieuwe cellen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Vlees is een onmisbaar onderdeel van een gezond voedingspatroon.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Zuivel is een belangrijk onderdeel van een gezond voedingspatroon.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Gluten maken ons brood luchtiger
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

De paardensprong
Maak met de paardensprong uit het schaakspel het woord. 
Koolhydraten en eiwitten zijn ....?......

 Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
**
**
fe
**
n
in
**
**
st
**
ed
**
gs
**
**
vo
of
**
**
**

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

0

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo