Module 3.3: Oren

Module 3.3: Oren
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, g, mavoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Module 3.3: Oren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Deze les leer je:
Aan het eind van deze les kun je benoemen hoe signalen vanuit de oren naar de hersenen worden doorgegeven.​

Slide 3 - Diapositive

Wat is geluid?​
Geluiden die wij horen = trillende lucht​


Dit kan je voelen bij bijvoorbeeld een harde bas.​

Dit noemen wij dan ook geluidstrillingen



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

1. Opvangen van geluid​
Oorschelp​

Vangt zo veel mogelijk geluid, werkt als een trechter​

Gehoorgang​
De weg die trillingen nemen



Slide 7 - Diapositive

De weg van het geluid​
Trillingen gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies.​

Trommelvlies begint te trillen​
Oorsmeerkliertjes maken oorsmeer. Oorsmeer zorgt ervoor dat de trommelvlies soepel kan blijven trillen.

Slide 8 - Diapositive

Van trilling naar impuls​
  • De trillingen worden doorgegeven aan de gehoorbeentjes​.
  • De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.​
  • In het slakkenhuis liggen zintuigcellen die de trillingen waarnemen.​
  • De zintuigcellen maken een impuls die via de gehoorzenuw naar de hersenen gaan.​
  • Nu wordt het geluid waargenomen​.




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Zijn er vragen

Slide 12 - Diapositive

Welke twee type zintuigen komen er voor in je oren?
A
Gehoorzintuigen en evenwichtszintuigen
B
Gehoorzintuigen en tastzintuigen
C
Warmtezintuigen en evenwichtszintuigen
D
Drukzintuigen en gehoorzintuigen

Slide 13 - Quiz

Welk(e) zintuig(en) zitten in je oren?
A
Gehoorzintuig en evenwichtszintuig
B
Gehoorzintuig
C
Evenwichtszintuig
D
Gehoorzintuig en balanszintuig

Slide 14 - Quiz

Welke zintuig maakt gebruik van de oren?
A
Gezicht
B
Tast
C
Gehoor
D
Reuk

Slide 15 - Quiz

Welk(e) zintuig(en) zitten in je oren?
A
Evenwichtszintuig
B
Gehoorzintuig
C
Gehoorzintuig en evenwichtszintuig
D
Gehoorzintuig en balanszintuig

Slide 16 - Quiz

wat doen de gehoorbeentjes?
A
trillingen versterken en doorgeven aan het slakkenhuis
B
trillingen opvangen van buiten
C
trillingen verzachten
D
niets

Slide 17 - Quiz

De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met...........
A
Keelholte
B
Gehoorgang
C
Neusholte

Slide 18 - Quiz

Bij welk zintuig zijn je oren nodig?
A
smaak / proeven
B
zicht
C
tast
D
gehoor

Slide 19 - Quiz

Het trommelvlies
A
Een vliesje in het oor dat geluid opvangt en doorgeeft.
B
Een vliesje dat harde geluiden buiten houdt.

Slide 20 - Quiz

De Buis van Eustachius verbindt
A
oor en keel
B
keel en neus
C
neus en mond
D
mond en oor

Slide 21 - Quiz

De gehoorgang maakt oorsmeer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Hoeveel gehoorbeentjes zijn er
A
1
B
4
C
3
D
6

Slide 23 - Quiz

Welke letter is het evenwichtsorgaan?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 24 - Quiz

De buis van Eustachius verbindt
A
de trommelholte met het middenoor
B
de oorschelp met de keelholte
C
het slakkenhuis met de trommelholte
D
de trommelholte met de keelholte

Slide 25 - Quiz

Welke prikkel hoort er bij het zintuig:
oren
A
licht
B
geur
C
kou
D
geluid

Slide 26 - Quiz

Wat is aan het einde van je gehoorgang?
A
trommel
B
trommelgang
C
trommelbuis
D
trommelvlies

Slide 27 - Quiz

het slakkenhuis, het evenwichtsorgaan en de
drie halfcirkelvormige kanalen van het evenwichtsorgaan behoren tot het
A
buiten oor
B
binnen oor
C
midden oor
D
uitwendige oor

Slide 28 - Quiz

Wat is de functie van de buis van Eustachius?
A
Geluid doorgeven aan het trommelvlies
B
Gelijk houden van luchtdruk

Slide 29 - Quiz

Wat is de functie van het evenwichtsorgaan?
A
het evenwichtsorgaan heeft een belangrijke functie bij het horen van geluiden
B
Het evenwichtsorgaan neemt waar wat de stand van het hoofd is
C
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat de delen van het oor op hun plek blijven zitten
D
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je hoofd naar rechts of links beweegt

Slide 30 - Quiz

Wat is de prikkel voor het evenwichtsorgaan
A
Geluid
B
zwaartkracht
C
Vloeistof
D
Trilhaartjes

Slide 31 - Quiz

Als je misselijk wordt in de auto, komt dat doordat je evenwichtsorgaan in de war is.
Waar zit je evenwichtsorgaan?
A
Binnen in je hersenen
B
In je oren
C
Achter in je keel
D
Achter je ogen

Slide 32 - Quiz

De gehoorbeentjes horen bij het
A
buiten oor
B
midden oor
C
binnen oor
D
buis van Eustachius

Slide 33 - Quiz

Met je zintuig OREN kun je:
A
horen
B
denken
C
ruiken
D
proeven

Slide 34 - Quiz

Soms doen je zintuigen het niet goed.
Wat kan dan helpen?

Oren
A
hoorapparaat
B
bril
C
zakdoek

Slide 35 - Quiz

Het trommelvlies zit in je ...
A
oor
B
oog
C
neus
D
teen

Slide 36 - Quiz

Welk onderdeel is de gehoorgang?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 37 - Quiz

Aan de slag:
Lees en maak je leerdoelen in je Portal. Zorg ervoor dat je Module 3.3 OOR volledig doorneemt:

Lezen: Neem de theorie goed door om de basis te begrijpen.
Maken: Werk de opdrachten stap voor stap uit.
Oefenen: Herhaal de oefeningen om de stof beter onder de knie te krijgen.
Test jezelf: Maak het onderdeel "Test jezelf" om te checken of je alles begrijpt.
Als je ergens tegenaan loopt of iets niet begrijpt, stel gerust vragen! 
Je docent staat klaar om je te helpen. 

                                                                                                           Succes!

Slide 38 - Diapositive