Present Simple Questions

Hello 1D!
What we are going to do today:
1. Uitleg en oefenen vragen maken (15 min)
2. Maken oefening  31 & 32 (10 min)
3. Woordjesspel rest van de les

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hello 1D!
What we are going to do today:
1. Uitleg en oefenen vragen maken (15 min)
2. Maken oefening  31 & 32 (10 min)
3. Woordjesspel rest van de les

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van de les:
kunnen we vragen maken in het Engels.

Slide 2 - Diapositive

Wat is 'to be' in het Nederlands?

Slide 3 - Question ouverte

vragen maken met to be
I am short--> Am I short?
You are short--> Are you short?
She is short--> Is she short?
We are short--> Are we short?
You are short--> Are you short?
They are short--> Are they short?

Slide 4 - Diapositive

Hoe maak je een vraag van:
You walk to school.

Slide 5 - Question ouverte

De regel:
Bij een Engelse vraagzin hoef je de volgorde niet te veranderen!
Je zet gewoon het woord DO vooraan de zin.

They make pancakes.
Do they make pancakes?
I watch a film.
Do I watch a film?

Slide 6 - Diapositive

We see a dog.

Slide 7 - Question ouverte

You play football.

Slide 8 - Question ouverte

They have a question.

Slide 9 - Question ouverte

I know the answer.

Slide 10 - Question ouverte

Let op!
Kijk naar een zin met een SHIT persoon:
He likes his shoes.


Wat zie je?

Slide 11 - Diapositive

Vraagzin met SHIT persoon
He likes his shoes.

Je moet nu geen DO vooraan zetten maar DOES
en je moet de -S achter like weghalen

Does he like his shoes?

Slide 12 - Diapositive

De regel
She wears a dress.

Does she wear a dress?

Er staat 1 S in de zin en die staat aan het begin.

Slide 13 - Diapositive

It rains today.

Slide 14 - Question ouverte

She reads a book.

Slide 15 - Question ouverte

He cooks dinner.

Slide 16 - Question ouverte

He studies English.

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord geven
In het Nederlands geef je antwoord met Ja of Nee

Vier jij Kerst?
Ja
Nee

Slide 18 - Diapositive

Antwoord geven in het Engels
In het Engels is het heel onbeleefd om alleen Ja of Nee te antwoorden, je moet een deel van de vraag herhalen.

Do you celebrate Christmas?
Yes, we do
No, we do not (don't)

Slide 19 - Diapositive

Hoe geef je antwoord?
Do we see a dog?
Yes,
No,

Do you play football?
Yes,
No,

Slide 20 - Diapositive

Hoe geef je antwoord?
Does it rain today?
Yes,
No,

Does she read a book?
Yes,
No,

Slide 21 - Diapositive

Page 101 oefening 31&32

Slide 22 - Diapositive

Done!
Hebben we ons doel behaald?

Slide 23 - Diapositive