gedrag en normen waarden

Gedrag
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
communicatie op de werkvloerMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Gedrag

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen

  • Wat is gedrag?
  • Aangeboren en/of aangeleerd
  • Het verschil/ overeenkomst van een waarde en de norm
  • Afwijkende norm
    B1-K1-W3 treedt op als aanspreekpunt/ W9 kan evalueren

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gedrag?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Gedrag is alles wat mensen doen en wat een ander kan waarnemen. Je kan het zien en horen het is waarneembaar
Aangeboren (nature)

-Karakter eigenschappen
-Talenten 
-Eigenschappen



Aangeleerd (nurture)

-vaardigheden
-communiceren
-regels volgen
-aangepast aan jouw cultuur
......?
......? 

Slide 5 - Diapositive

je gedrag is in twee onderdelen te benoemen,

Aangeboren- talent/ karakter
Aangeleerd- start zodra je geboren bent, reageren op anderen/ anderen op jou
Heb je zelf invloed op je eigen gedrag?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

normen en waarden
-De norm is gedrag (jij denkt/ vindt: zo hoort het)
-De norm maakt waarde zichtbaar
-De waarde die jij belangrijk vindt bepalen hoe je je gedraagt/ wilt gedragen

-Normen en waarde worden door jouw cultuur bepaald. 
-Jouw cultuur leert jouw aangeleerd gedrag


Slide 7 - Diapositive

je bent in gesprek met leidinggevende, daarbij peuter je in je neus.
Is dit een juiste norm?

je helpt een bewoner/ client. De client grijpt naar je kruis
Is dit een juiste norm?

je staat in de rij te wachten in de supermarkt
Iemand dringt voor met als reden, ik heb maar 1 product en kan sneller
Is dit de juiste norm?
Hoe zit de norm in de waarde?
Waarde: geduld/ 
Norm: (gedrag) wachten op je beurt

Waarde: trouw/
Norm:(gedrag) uitvoeren van je taken

Slide 8 - Diapositive

Hoe herken ik de norm in de waarde?
Welke staat vooraan, de waarde of de norm?
A
waarde
B
norm

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een waarde?
A
gelijkheid
B
bij de trein eerst iedereen laten uitstappen en dan instappen
C
respect
D
ik help iemand met de weg wijzen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke uitspraak past bij norm?
A
Als iemand valt, help je hem/ haar overeind
B
je laat iemand voorgaan met 1 boodschap bij de kassa
C
je krijgt teveel geld terug, je zegt het gelijk
D
je groet iemand op straat

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak past bij waarde?
A
Waar doe je het voor?
B
Waardes zijn groter als normen
C
Wat vind ik belangrijk in mijn leven
D
Waarde bepaalt hoe ik mij gedragen wil

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een norm zijn bij 'zorgzaamheid' ?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een norm zijn bij gezondheid?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

heeft iedereen dezelfde waarden en normen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn mijn waarden?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

afwijkende norm?
wat is dat?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wanneer grijp je in?

-het afwijkende gedrag gevaar oplevert voor jezelf of anderen
-ingaat tegen de algemeen geaccepteerde regels
-ingaat tegen de regels van de organisatie waarvoor je werkt
-het over jouw eigen persoonlijke grenzen gaat

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiter 
Kijkwijzer:

Welk gedrag/ normen en waarden?
Herken je een afwijkende norm?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions