Wat was het enige verschil tussen de Griekse en Romeinse goden?
Wat was het verschil tussen montheïsme en polytheïsme?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Waar hebben we het de vorige les over gehad?
Welke Griekse goden kennen we nog?
Welke berg woonde de Griekse goden?
Wat was het enige verschil tussen de Griekse en Romeinse goden?
Wat was het verschil tussen montheïsme en polytheïsme?
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
Ontstaan van Rome.
Julius Caesar
Cleopatra
Tegenstanders van de Romeinen.
Slide 2 - Diapositive
Romulus en Remus
Volgens een legende is de stad gesticht door Romulus op 21 april 753 voor Christus.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Het Romeinse Rijk wordt ook wel het Romeinse Imperium genoemd.
Julius Caesar
Julius Caesar was een belangrijke man in Rome. Samen met zijn leger heeft hij bijna heel West-Europa veroverd. (Zie afbeelding)
Rome
Imperium betekent 'groot rijk'.
Slide 5 - Diapositive
Julius Caesar
13 juli in het jaar 100 voor Christus
Julius Caesar gaat het leger in en maakt snel promotie.
Politiek gaat zijn carrière ook erg goed.
Caesar krijgt in 58 voor Christus 4 legioenen en begint de Gallische oorlog.
Door alle veroveringen vergaart hij een fortuin aan buit en nieuwe manschappen.
Tussen 58-50 v.C. veroverde de legeraanvoerder Julius Caesar heel Gallië (Frankrijk, België en Zuid-Nederland).
Hij ging daarna met zijn leger terug naar Rome en dwong de senaat om hem te benoemen tot alleenheerser.
Caesar is 3 keer getrouwd geweest en heeft ook bij Cleopatra (waar hij niet mee getrouwd was) een kind verwekt.
52 v. Christus bestaat Caesar zijn leger uit 10 legioenen en 6000 ruiters
Slide 6 - Diapositive
Waarom was het romeinse leger zo sterk?
Het leger bestond uit legioenen (4800 infanterie)
Legioen was weer opgesplitst.
Discipline was ontzettend hoog.
Eer was erg belangrijk.
Dagelijks oefenden de militairen op hun formaties.
Tekst
Een legioen was onderverdeeld in kleinere eenheden. De kleinste eenheid was de contubernium. Deze bestond uit 8 soldaten. Zij deelden een tent en een muilezel om de tent van dierenhuiden tijdens dagmarsen te vervoeren. Tien contuberia vormden een centuria. Dat waren 80 soldaten o.l.v. een centurio.Zes centuriae vormden een cohort, dus 480 man. En 10 cohorten vormden een legioen.
Hastati
Triarii
Principes
Slide 7 - Diapositive
Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.
Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.
Slide 8 - Diapositive
Cleopatra
Cleopatra oorspronkelijk geboren is uit een Grieks-Macedonische familie en een afstammeling is van de beroemde Ptolemaeus, de beroemde rechterhand van Alexander de Grote.
Slide 9 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Volksverhuizing
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Barbaren!
Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan.
De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros.
Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.
Slide 12 - Diapositive
De Hunnen
De Hunnen zijn een stam uit Azië.
Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn.
Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...
Slide 13 - Diapositive
Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.