Disk thema 19 Nederland

Disk thema 19  Nederland

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Disk thema 19  Nederland

Slide 1 - Diapositive

bekijk het fimpje

+ beantwoord de vragen


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Waar staat de jongen?
A
op het schoolplein
B
op het station
C
bij de bushalte
D
op het metrostation

Slide 4 - Quiz

Hoeveel mensen zie je fietsen?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 5 - Quiz

Sommige dingen zijn typisch Nederlands. Welke dingen zie je in het filmpje?

A
veel fietsen, regen, vis eten veel fietsen, veel regen en vis eten
B
veel fietsen, mooi weer en vis eten
C
veel fietsen, regen, drop eten
D
met de bus gaan, veel regen en vis eten

Slide 6 - Quiz

typisch Nederlands*

Slide 7 - Carte mentale

thema 19
Hoe lang woon je in Nederland? 
Wat zijn de verschillen tussen je geboorteland en Nederland? Wat vind je leuk hier?
 Wat vind je niet leuk? 
Wat vind je typisch voor Nederland?

Slide 8 - Diapositive

Aan het werk
bronnen - woordenlijst

Slide 9 - Diapositive

bronnen A1


Luister naar de tekst en maak de vragen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Maria vindt het leuk in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Ze wil weer terug naar Spanje.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Ze vindt Sinterklaas een leuk feest.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Welke feestdagen noemen Joost en Maria in de tekst?

A Pasen - B nieuwjaarsdag - C Koningsdag -
E Suikerfeest - D Sinterklaas - E verjaardag - F Kerstmis

Slide 15 - Question ouverte

Niveau A2

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Maria mist haar huis in Spanje.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Ze vindt het heel koud in Nederland.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Ze vindt Sinterklaas een gek feest.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

A Ze heeft in Spanje meer vrienden
B Haar huis in Nederland is groter.
C Nederland is kouder.
D Nederlands eten is minder lekker.
E Hier eten ze vroeger.

Slide 21 - Question ouverte

Bronnen B1
luister naar de tekst en beantwoord de vragen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Waar willen Maria en haar vriend later graag wonen?
A
Ze willen in Spanje gaan wonen
B
Ze willen in Nederland blijven
C
Ze weten het nog niet
D
Ze gaan over vijf jaar naar Canada

Slide 24 - Quiz

Welke feesten heeft Maria al meegemaakt in Nederland?
A
Sinterklaas, Kerstmis en Koningsdag
B
Sinterklaas, Kerstmis en haar verjaardag
C
Sinterklaas, haar verjaardag en Koningsdag
D
Sinterklaas, haar verjaardag en Pasen

Slide 25 - Quiz

Maria vindt de mensen in Nederland aardig. Wat zegt ze nog meer over de mensen?
A
Ze willen veel van haar weten
B
Ze zijn nieuwsgierig naar haar huis in Spanje
C
Ze willen niet dat ze eenzaam is
D
Ze vragen advies over hun reis naar Spanje

Slide 26 - Quiz

A Ze heeft in Spanje meer vrienden B Ze gaat in Nederland
meer uit.
C Haar huis in Nederland is groter. D Nederland is kouder.
E Nederlands eten is minder lekker. F Hier eten ze vroeger.

Slide 27 - Question ouverte