Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
Verwijswoorden
Leerjaar 2
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verwijswoorden
Leerjaar 2
Slide 1 - Diapositive
Even checken
Telefoon is thuis of in de kluis
Schrift op tafel
Pen/Potlood
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Verwijswoorden
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt aangeven waar verwijswoorden naar verwijzen.
Slide 4 - Diapositive
Filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=Bh3ZQmhqnas
Slide 5 - Diapositive
Verwijswoorden
Verwijswoorden verwijzen naar iets wat al in de tekst is genoemd.
Dit kan zijn:
-een woord;
-een groep woorden;
-een zin.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeelden van verwijswoorden
Hier
Deze
Ze
Hun
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld
Dat was deze week schrikken voor twee bezoekers van het olifantensafaripark. Een mannetjesolifant ging op hun auto zitten.
Hun verwijst naar de twee bezoekers van het olifantensafaripark
Slide 8 - Diapositive
Nog een voorbeeld
Afgelopen maand at een man in een restaurant toen daar iets leuks gebeurde.
Daar verwijst naar een restaurant.
Slide 9 - Diapositive
Naar welk woord verwijst daar?
Afgelopen september werd een jongen verhoord op het politiebureau toen daar iets bijzonders gebeurde.
A
Een jongen
B
Afgelopen september
C
Verhoord
D
Het politiebureau
Slide 10 - Quiz
Naar welk woord verwijst Hij?
Dit lokaal is van meneer Rooij. Hij is pauze aan het houden.
A
Lokaal
B
Dit lokaal
C
Meneer Rooij
D
Rooij
Slide 11 - Quiz
Naar welk woord verwijst hem?
Daar loopt Joost. Ik krijg nog vijf euro van hem.
A
Joost
B
Vijf euro
C
Daar
D
Loopt
Slide 12 - Quiz
Naar welk woord verwijst die?
De grijze poes die daar loopt, is van mijn buren.
Naar welk woord verwijst die?
De grijze poes die daar loopt, is van mijn buren.
A
Mijn buren
B
De grijze poes
C
Buren
D
Poes
Slide 13 - Quiz
Naar welk woord verwijst wie?
De jongen met wie zij zit te kletsen, heeft een leuke trui aan.
A
Een leuke trui
B
De jongen
C
Zij
D
Zit te kletsen
Slide 14 - Quiz
Schema
Gezamenlijk lezen ‘Geef vluchtelingen een warm welkom’
Vul het schema over verwijswoorden in op je werkblad.
Na het invullen van het schema, bespreken we het klassikaal.
Slide 15 - Diapositive
Maak de opdrachten zelfstandig en in stilte
Lees het overzicht over verwijswoorden
Maak opdracht 11 (de antwoorden schrijf je op in je schrift)
Slide 16 - Diapositive
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Die of dat?
June 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Verwijswoorden - les 5 - die/dat
May 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Taal
H1 Verwijswoorden les 2 (06/09)
August 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 Verwijswoorden les 2
September 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 Verwijswoorden les 2
September 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4 formuleren mannelijke, vrouwelijke of onzijdige (les 2, na uitleg)
January 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Verwijswoorden H3 les 2 (01/02)
January 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 Verwijswoorden les 1 (05/09)
September 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2