les 8 Internationale politiek

8.Internationale politiek
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

8.Internationale politiek

Slide 1 - Diapositive

In dit hoofdstuk
Hoofdvraag: Wat willen de EU, VN en NAVO bereiken?

8.1 De Europese Unie.
8.2 De Verenigde Naties.
8.3 De NAVO.

Slide 2 - Diapositive

8.1 De Europese Unie
Samenwerking betekent meestal dat soevereiniteit van een land wordt ingeperkt.



Het meest vergaande samenwerkingsverband dat Nederland heeft is de Europese Unie.
Soevereiniteit
Het exclusieve recht van een staat om zonder inmenging van buitenaf beslissingen te nemen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Meer samenwerking
Terreinen waarop de Europese Unie samenwerkt:
  • Economie: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal: de interne markt. 
  • 17 landen maken deel uit van de Eurozone.
  • Het ontwikkelen van uniforme wetgeving.
  • Gezamenlijk buitenlandbeleid.


Slide 5 - Diapositive

Bevoegdheden
Sinds 2009 is het Verdrag van Lissabon (Europese Grondwet) in werking getreden waarin de politieke besluitvorming is vastgelegd.
Op een aantal terreinen is de EU een supranationale organisatie (besluiten worden bij een meerderheid aangenomen). Denk aan landbouw, milieu, asielbeleid en criminaliteit.
Op een aantal terreinen is de EU een intergouvernementele organisatie (besluiten moeten unaniem genomen worden). Denk aan defensiebeleid en de toetreding van nieuwe lidstaten.

Slide 6 - Diapositive

Raad van Ministers en Raad van Europa
Raad van Ministers: raad met ministers die uit de regeringen van de verschillende EU-landen komen. 
Voor verschillende politieke thema’s zijn er verschillende raden (bijvoorbeeld voor financiën of landbouw).

Belangrijkste raad: Raad van Europa: Raad met alle regeringsleiders


Slide 7 - Diapositive

Europees Parlement
In ieder land worden parlementsleden (volksvertegenwoordigers) voor het Europees Parlement gekozen.
Aantal zetels: 751 (vanuit Nederland 26).
Parlementariërs zitten vaak samen in een fractie met parlementariërs uit andere landen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Democratisch tekort

Ondanks de strikte eis aan lidstaten om te voldoen aan de eisen voor een goed functionerende democratie, kent de EU zelf democratische tekortkomingen:
  • Het laatste woord ligt vaak niet bij het Europees Parlement, maar bij de niet-gekozen Europese Commissie en Raad van Ministers.
  • Het Europees Parlement kan Eurocommissarissen niet tot aftreden dwingen.


Slide 10 - Diapositive

Democratisch tekort
In 2009 werd het Verdrag van Lissabon gesloten met als doel het verkleinen van het democratisch tekort. Hierin werd bepaald dat:
  • Als een derde van de nationale parlementen het oneens is met een voorstel van de Europese Commissie, moet het voorstel opnieuw worden bekeken.
  • Als 1 miljoen Europese burgers handtekeningen verzamelen over een onderwerp, wordt de Europese Commissie verzocht om met een voorstel te komen.
  • Het Europees Parlement meer zeggenschap krijgt over de terreinen landbouw en handel.

Slide 11 - Diapositive

Hof van Justitie van de Europese Unie

  • Rechtsprekende macht van Europese Unie.
  • Doet uitspraken op basis van EU-wetten.
  • Elk lidstaat levert een rechter (28 rechters).
  • Uitspraken van het hof gaan boven die van een Nederlandse rechter.

Slide 12 - Diapositive

De Europese Centrale Bank

  • Houdt toezicht op financieel gebied binnen de EU (ook buiten de Eurozone).
  • Kan de inflatie beïnvloeden door de rente op de euro te bepalen.
  • Kan optreden wanneer landen in financiële problemen komen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Kritiek op de EU
De afgelopen jaren neemt de euroscepsis toe. Eurosceptici wijzen onder andere op het volgende:
  • Alle EU-lidstaten zijn verplicht zich te houden aan Europese wetgeving. Deze wetgeving staat boven nationale wetgeving.
  • Gevolg inleveren van nationale soevereiniteit.
  • De komst van werknemers uit armere landen leidt volgens sommigen tot werkloosheid onder de eigen bevolking.
  • Gelet op de verschillen tussen economieën wordt er getwijfeld of de komst van de euro verstandig is geweest.
De Britse kiezers hebben middels een referendum gekozen voor een Brexit.
De opkomst bij verkiezingen voor het Europees Parlement zijn laag (42,5% in 2014).

Slide 16 - Diapositive

Weerlegging kritiek op de EU
Tegenover de critici van de Europese Unie zijn er natuurlijk ook voorstanders. Zij vinden onder andere dat:
  • samenwerking noodzakelijk is om problemen rondom bijvoorbeeld immigratie, milieu en economie op te kunnen lossen.
  • een samenwerkend Europa sterker staat tegenover andere grote landen als Rusland, China en de VS.
  • samenwerking de kans op conflicten tussen lidstaten onderling en met andere landen verkleint.

Slide 17 - Diapositive

8.2 De Verenigde Naties

Samenwerking tussen (bijna) alle landen in de wereld.
Opgericht na Tweede Wereldoorlog in 1945.

Belangrijkste doel destijds: voorkomen van oorlog.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De Algemene Vergadering VN

De secretaris-generaal is de voorzitter van de Algemene Vergadering: Vergadering met alle leden van de Verenigde Naties. 

Kan bij meerderheidsbesluit kiezen voor het opstellen van een:
  • resolutie: een uitspraak waarin het gedrag van een land wordt veroordeeld.
  • verklaring met standpunt over omstreden onderwerpen.

Bijvoorbeeld: Klimaatakkoord.

Slide 20 - Diapositive

Veiligheidsraad
Raad met vijftien landen die besluiten nemen over internationale veiligheid en vrede.
Vijf permanente leden: De VS, Rusland, China, Frankrijk en Groot-Brittannië. Deze landen hebben vetorecht.


De tien andere leden worden elke twee jaar door de Algemene Vergadering gekozen.

Vetorecht
Het recht te voorkomen dat een resolutie wordt overgenomen.

Slide 21 - Diapositive

8.3 De NAVO
De NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) is een militaire organisatie.
  • Belangrijke afspraak: als een NAVO-land wordt aangevallen zijn andere landen verplicht dit land bij te staan.
  • Na Koude Oorlog uitbreiding met aantal voormalige Oostbloklanden (28 lidstaten momenteel).
  • Geen gekozen NAVO-parlement. Beslissingen worden in overleg met regeringen van lidstaten gemaakt.

Slide 22 - Diapositive

NAVO LEDEN

Slide 23 - Diapositive

Welke volgorde is juist??

A
EGKS, EU, EG, euro
B
euro, EU, EG, EGKS
C
EGKS, EG, EU, euro.
D
EGKS, EG, euro, EU

Slide 24 - Quiz

Mensen uit andere EU-landen mogen ……………………. in Nederland komen werken.
A
zonder speciale vergunningen
B
alleen bij gezinsvorming
C
alleen bij gezinshereniging
D
met een verblijfsvergunning.

Slide 25 - Quiz

Het dagelijks bestuur van de EU is ...
A
het Europese Parlement
B
de Europese Commissie
C
de Raad van Ministers
D
de Europese Raad

Slide 26 - Quiz

Welk politiek orgaan is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
De Raad van de EU / Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 27 - Quiz

Welk orgaan is de volksvertegenwoordiging van de EU?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van de Europese Unie / Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 28 - Quiz

De verkiezingen in de EU zijn voor .....
A
de Europese Commissie
B
de Europese Raad
C
het Europese Parlement
D
de Raad van Ministers

Slide 29 - Quiz

Wie bepaald dat mobiel bellen in een ander EU-land net zo goedkoop is als wanneer je binnen Nederland belt.
A
Nederland
B
Europa

Slide 30 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De laatste jaren komen er vooral asielzoekers uit andere EU-landen naar Nederland.
2. Werkzoekenden uit alle landen zijn in de EU-landen van harte welkom.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 31 - Quiz

Welke bewering over het Europees Parlement is juist?

Het Europees Parlement
A
bestaat uit ministers van alle EU-lidstaten.
B
is het dagelijks bestuur van de Europese Unie.
C
keurt voorstellen van de Europese Commissie goed of af.
D
zorgt ervoor dat Europese wetten worden uitgevoerd.

Slide 32 - Quiz

Europese club van landen die samenwerken met elkaar.
De regering van Europa. Elk land van de EU heeft 1 lid in deze commissie.
De mensen die het land besturen. Dit zijn het staatshoofd en de ministers.
Controleert of de Europese Commissie haar werk goed doet. Je kunt het vergelijken met de Tweede Kamer in Nederland.
Regering 
Europees Parlement
Europese Commissie
Europese Unie

Slide 33 - Question de remorquage

Sleep de onderstaande instelling naar de juiste omschrijving:
Dagelijks bestuur van de EU.
Deze instelling bestaat uit ministers van regeringen van alle EU-landen.
Bestaat uit 750 leden en zijn door de Europese burgers gekozen.
Europese Commissie
Raad van de Europese Unie
Europees Parlement

Slide 34 - Question de remorquage

Sleep de drie Europese instellingen naar de juiste plek in de tabel:
Europese Commissie
Europees Parlement
Raad van Ministers

Slide 35 - Question de remorquage

Sleep onderstaande woorden op de juiste plek in het schema
sleep de stip op de juiste plek

         Hierin zit van elk land één minister
         Deze mensen zijn gekozen door               de burgers van de Europese Unie
         Deze persoon beslist over één                   onderwerp
Stap 1

Een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . bedenkt een nieuwe regel.
Stap 2

Het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . stemt over het voorstel.
Stap 3

De . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . stemt over het voorstel.
Stap 4

De nieuwe regel wordt ingevoerd in alle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 
Alle EU landen
eurocommissaris
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Slide 36 - Question de remorquage

Verenigde Naties
Europese Unie
VN
EU

Slide 37 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
De VN is in 1945 opgericht
Het hoofdkantoor van de VN staat in New York
Alle landen van de wereld doen mee aan de VN
In het midden van de VN vlag staat de Zuid-Pool

Slide 38 - Question de remorquage

Maak een kloppende keten van oorzaak en gevolg door onderstaande begrippen in goed volgorde te plaatsen. 
Groot-Brittannië legt het probleem Palestina voor aan de VN
Israël roept de onafhankelijkheid uit
Nationalisme en antisemitisme groeien
Verzet van de Arabieren
Zionisme
Emigratie van Joden naar Palestina
De VN stelt een verdelingsplan op 

Slide 39 - Question de remorquage

Welke twee militaire bondgenootschappen ontstaan er?
A
BRD, NAVO
B
DDR , NAVO
C
VS, BRD
D
Warschaupact, NAVO

Slide 40 - Quiz

Welke gevolgen heeft het vetorecht voor de daadkracht van de Veiligheidsraad?

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Lien