§5.5 Een zout herkennen

H5 Zouten

§5.1 Oplossen en indampen van zouten
§5.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen
§5.3 Een slecht oplosbaar zout maken
§5.4 Ongewenste ionen verwijderen
§5.5 Een zout herkennen
 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5 Zouten

§5.1 Oplossen en indampen van zouten
§5.2 Zoutoplossingen bij elkaar brengen
§5.3 Een slecht oplosbaar zout maken
§5.4 Ongewenste ionen verwijderen
§5.5 Een zout herkennen
 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt sommige ionen herkennen aan hun kleur. 
  • Je kunt sommige zouten herkennen aan hun oplosbaarheid. 
  • Je kunt ionen herkennen door een andere zoutoplossingen toe te voegen en kijken of je een neerslag krijgt of niet. 

Slide 2 - Diapositive

koperionen zijn blauw

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

ijzerionen zijn bruin

Slide 5 - Diapositive

Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur. 
(zie BINAS 38)

Slide 6 - Diapositive

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?

Slide 7 - Diapositive

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?

Doe een schepje in een reageerbuis, water erbij.
Troebel: calciumcarbonaat
Helder: natriumcarbonaat

Slide 8 - Diapositive

verschil in oplosbbarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?

Slide 9 - Diapositive

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Beide zouten goed oplosbaar, beide zouten Na-zouten.
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Slide 10 - Diapositive

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Zoek een + ion dat met de ene wel en de ander niet een neerslag vormt

Slide 11 - Diapositive

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Zoek een + ion dat met de ene wel en met de ander niet een neerslag vormt

Slide 12 - Diapositive

PO43-
 SO42-

Slide 13 - Diapositive

PO43-
 SO42-
Cu2+
g
s

Slide 14 - Diapositive

Met Cu2+ kan je dus verschil zien.
De leverancier van de  Cu2+ zou CuCl2 kunnen zijn (of Cu(NO3)2 of CuSO4 of ...)

Slide 15 - Diapositive

Samengevat:
  1. met welk ion kan je verschil zien (s/g)?
  2. welk goed oplosbaar zout levert dat ion?

Slide 16 - Diapositive