Les 6 begroting

   Begroting+ website
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

   Begroting+ website

Slide 1 - Diapositive

Een begroting maken
Aan het einde van de les weten jullie meer over:
  • Wat een begroting is en hoe je deze maakt.
  • Welke kosten er gemaakt worden om een website te maken
  • welke manieren je een website kan maken






Slide 2 - Diapositive

Lesinhoud
  • uitleg begroting
  • opdracht begroting maken
  • evaluatie






Slide 3 - Diapositive

Wie weet wat een begroting is?

Slide 4 - Carte mentale

Begroting
Als je een website gaat ontwikkelen, moet je een berekening maken van de kosten. Een opdrachtgever wil van tevoren weten hoeveel het maken van een website kost. De berekening verwerk je in een begroting.

Een overzicht van de te verwachten inkomsten en uitgaven
(inkopen materiaal, huur van de locatie en de apparatuur etc)

Slide 5 - Diapositive

Inkomsten en Uitgaven
Geld dat er binnenkomt heet inkomsten
bv: - entree
- sponsoring
- subside
Geld dat eruit gaat heet uitgaven
bv: - huur locatie/appartuur
- personeel
- vervoerskosten 

Slide 6 - Diapositive

Begroting
Je zet alle inkomsten en uitgaven op de goede plek neer. Daarna tel je de bedragen op.
Je moet er voor zorgen dat de uitgaven niet groter zijn dan de inkomsten. Je hebt een overschot op de begroting als je meer inkomsten hebt dan uitgaven. Je hebt een tekort op de begroting als je meer uitgaven dan inkomsten hebt.
Je begroting klopt als de inkomsten en uitgaven gelijk zijn. Dit heet een sluitende begroting.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld begroting

Slide 8 - Diapositive

Kosten website
Welke kosten heb je bij het maken van een website?

  1. Bouwen/ maken van je website
  2.  Onderhouden van je website (Hosten) 
  3. Functionaliteiten; hoe meer functionaliteiten hoe duurder

Slide 9 - Diapositive

Op welke manieren kun je een website maken?
 1: Code schrijven: 
  • m.b.v. programmeercodes/programmeertalen (HTML of JavaScript)
2: Software die bouwt op code
  • programma's die een of meerdere programmeertalen als basis gebruiken. 
  • vrijheid om je afbeeldingen, tekstvelden te plaatsen en eigenlijk de hele vormgeving zó te maken dat het helemaal naar jouw zin is. 
  • Deze manier van ontwerpen zit tussen alles zelf schrijven en een sjabloon gebruiken in.

Slide 10 - Diapositive

Op welke manieren kun je een website maken?
3: CMS staat voor content management system.
  • Content is de inhoud van een website, dus alle tekst, afbeeldingen, filmpjes en dat soort dingen. 
  •  CMS is een website die verschillende mogelijkheden en sjablonen aanbiedt om in te werken, waar je jouw content in kunt plaatsen.
  • Je hoeft hier geen programmeertaal voor te kennen.   
  • CMS heeft vaste templates (sjablonen)  waarmee het uiterlijk van een pagina of hele website bepaald wordt. Je kunt een template selecteren voor een website of voor een individuele pagina. 

Slide 11 - Diapositive

Content Management System
  • CMS: Content Management System: een systeem om de inhoud (content) van je website te organiseren/ betaalde & gratis versie
  • Nadelen gratis CMS:
  1. minder mogelijkheden,
  2. vaak reclame
  3. geen eigen domeinnaam maar samengestelde www.mobirise.nl\je naam
  • Betaalde software/betaalde CMS-> meer mogelijkheden

Slide 12 - Diapositive

Wie weet wat hosten is?

Slide 13 - Carte mentale

Hosten
Hosten is dat de website op een server van jouw bedrijf draait






Slide 14 - Diapositive

Wie weet nog wat een budget is?

Slide 15 - Carte mentale

Budget
Het budget is het bedrag dat de opdrachtgever wil uitgeven






Slide 16 - Diapositive

Onvoorziene kosten
Voor de onvoorziene kosten neem je ook een bedrag op in de begroting. Dit zijn kosten krijgt waarop je niet had gerekend.






Slide 17 - Diapositive

Begroting maken
Jullie krijgen dit blad






Slide 18 - Diapositive

evaluatie
  • Hoe vond jij de les?
  • Ben jij tevreden met jouw begroting?
  • wist jij dat er zo veel verschillende kosten waren?
  • Wat heb jij gedaan om hulp te vragen?

Slide 19 - Diapositive