LO2 EHBO

LO2 EHBO
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LO2 EHBO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 5 materialen die in de verbandkoffer moeten zitten

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van handelen bij een ongeval?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend ICE? Benoem wat elke letter betekent en leg uit.

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel cm moet het verband aan beide kanten uitsteken bij het aanleggen van een drukverband?
A
1,5 cm
B
2 cm
C
1 cm
D
3 cm

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke kant moet je de platte knoop aanleggen bij een mitella? En waarom?
A
Aan de rechterkant, omdat de persoon rechts is
B
Aan de linkerkant, omdat de persoon links is
C
Aan de geblesseerde arm, zodat deze ondersteund wordt
D
Aan de gezonde kant, omdat deze kant geen pijn doet

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Bij een blessure aan de pols moet je een brede das aanleggen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Beide antwoorden mogelijk
D
Geen van beide antwoorden

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de belangrijkste stap bij iemand van buik naar rug draaien?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoelang controleer je de ademhaling voordat je iemand in stabiele zijligging legt?
A
1 seconde
B
5 seconden
C
10 seconden
D
15 seconden

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul aan;
stap 1; kniel achter het slachtoffer
stap 2; Plaats je beide handen onder de schouder, één hand gaat onder de
nek door.
stap 3; ......................................
stap 4; ......................................
stap 5; ......................................
stap 6, stap 7 etc.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer gebruik je het wondsnelverband?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als een slachtoffer in de stabiele zijligging niet meer ademt?
A
z.s.m. omdraaien naar de rug en ademhaling opnieuw controleren
B
z.s.m. omdraaien naar de buik en starten met reanimatie
C
z.s.m. omdraaien naar de rug en starten met reanimatie
D
z.s.m. omdraaien naar de rug en 112 bellen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kerken EN behandel je een botbreuk?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

'Altijd direct het hoofd, de nek en de rug immobiliseren. Je laat het slachtoffer liggen zoals het ligt! Als een slachtoffer meerdere verwondingen heeft, moet je bij de behandeling daarvan heel goed rekening gehouden worden met de nek en rug. Natuurlijk wordt in dit geval altijd 112 gebeld. '
Welke blessure is dit?
A
Kramp
B
Hersenschudding
C
Open botbreuk
D
Nek en rugletsel

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Herkennen; slachtoffer ziet bleek, zweet en geeuwt. Soms is het slachtoffer ook verward. Als het lang duurt kan het slachtoffer ook het bewustzijn verliezen.
Behandelen; zorg voor frisse lucht, leg het slachtoffer plat neer en stel het gerust. Het kan ook helpen om klemmende kleding los te maken.
Welke blessure is dit?
A
bewusteloosheid
B
Flauwte
C
Epilepsie
D
Shock

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 symptomen Hypo bij suikerziekte.

Slide 19 - Carte mentale

Bij een hypo voelt het slachtoffer licht in het hoofd, zweet, trilt en/of geeuwt. Er kan ook een gedragsverandering zijn, iemand wordt bijvoorbeeld agressief of lijkt dronken
Wat is het verschil tussen een aderlijke bloeding en een slagaderlijke bloeding?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions