Steden in de wereld

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Planning 

Verschillende delen van de stad

Nakijken opdrachten

Aan de slag

Voorzieningen 

Bijvoorbeeld:

supermarkt

universiteit

ziekenhuizen

bioscoop

bakkerij

Ikea

zwembad

Urbanisatie

Steden groeien doordat mensen erheen verhuizen of kinderen geboren worden. Dit noemen we urbanisatie.

https:

Megastad, wereldstad of hoofdstad?

Megastad

Wereldstad

Hoofdstad

Een stad met meer dan tien miljoen inwoners.

Een stad waar meestal de regering van een land zit.

Een stad met veel inwoners en veel invloed op de wereld.

Zakencentrum, voorsteden of krottenwijken?

Zakencentrum

Krottenwijk

Voorsteden

Centrum van de stad met kantoren en dure winkels. 

Woonstad rond de grote stad met laagbouw. 

Wijk met zelfgebouwde huizen, vaak zonder waterleiding/elektriciteit.

Steden

Groene Hart

Opbouw Nederlandse stad

1. De binnenstad (vaak oud)
2. De 19e -eeuwse wijken (veel kleine woningen dicht op elkaar)
   
3. Hoogbouw (veel flats)  
4. Laagbouw (woonerven, rijtjeshuizen) 
   
5. Vinex-wijken (mix van villa's en huurhuizen)
   
6. Bedrijventerrein (rand stad)

Aan de slag!

1. Maak de opdrachten van 4.3 af 

2. Maak van 4.4 opdracht 1 tm 4

Klaar? 

Oefen met je Quizlet

Werkblad: vragen maken

1. Luister in het lokaal naar de uitleg over het werkblad

2. Bekijk de leerstof van paragraaf 4.1 en 4.2

3. Maak de vragen over de leerstof van 4.1 en 4.2

4. Wissel van blad met je buurman/vrouw

5. Geef antwoord op de vragen van je buurman/vrouw

6. Wissel je blad en kijk de antwoorden na. 

VERBETER DE ANTWOORDEN OOK. 

Voorbeeld van vragen: 

Begrip vragen: opdracht 2a en 5a, blz 121.

Bronvragen: opdracht 6d, blz 122

Tijdlijnvragen: opdracht 4b, blz 121

Volgorde vragen: opdracht 1b, blz 125

Juist/onjuist vragen: opdracht 9, blz 123

Plein

1. Maak je werkblad af met de vragen

2. Zoek op via google: 

a. De voorzieningen van je eigen woonplek

b. De voorzieningen van een stad. Kies uit: Tilburg, Den Bosch, Waalwijk.

Noteer je antwoorden in je aantekeningenschrift