6/9 - Introductie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom bij Nederlands!

Binnen = beginnen!

• Tas op de grond
• Pak je schrift en een pen

• Beantwoord de volgende filosofische vraag:

     Hoe bepaal jij wat normaal is?

Vandaag

• Kennismaken
• Waarom Nederlands?
• Hoe ga je leren?
• Wat ga je leren?
• Een goede start

Aan het einde van deze les...

• ... ken ik mevrouw Odink en kent zij mij. 
• ... weet ik met welk onderdeel we de komende
  tijd aan de slag gaan. 

Kennismaken

Wie ben ik?

• Mevrouw Odink
• Maandag, dinsdag en vrijdag

Wie ben jij?

• Stel jezelf voor met behulp van een alliteratie.
  

Afspraken

• We gaan respectvol met elkaar om.
• We luisteren naar elkaar. 
• Je neemt je spullen mee naar de les.
• Je maakt je huiswerk.  

Wat moet je meenemen naar Nederlands?

• Moduleboekje
• Leesboek
• Pen en schrift
• iPad

"De grenzen van mijn taal

zijn de grenzen van 

mijn wereld"

Wittgenstein, filosoof

Met taal kun situaties, gebeurtenissen en concrete en abstracte zaken op een heel andere manier bekijken.

Taal is een ding dat je oppakt, terwijl jij je afvraagt: hoe wil ik taal vandaag en in deze situatie gebruiken?

Taal laat je nadenken: is dit precies wat jij bedoelt?

De taal die jij gebruikt, heeft invloed op de relatie.

Waarom krijg je het vak Nederlands?

Hoe ga je leren?

Weten wat je weet

(Nieuwe) kennis koppelen aan je voorkennis

Oefenen (samen of alleen) onder begeleiding

Zelfstandig en in stilte leren 

Optimaal

Ongestoord

Verantwoordelijk

Veilig

Vriendelijk

Wat ga je leren?

Schrijfvaardigheid (weging 1)

Literatuur als spiegel en als venster

Presenteren (weging 1)

Klokhuis over een scheikundig element

Schrijfvaardigheid (weging 2)

Leren formuleren (inclusief grammatica en spelling)

Leesvaardigheid (weging 3)

Kritisch leren lezen en leren over argumenten

Literatuur (weging 1)

Praten over boeken in een leesclub: De zee zien

Module 1

Noteer je naam op de module

Neem iedere les dit boekje mee. Je hebt Kern Nederlands voorlopig niet nodig.

Het boekje is van jou, dus je mag onderstrepen, vraagtekens plaatsen en notities schrijven.

Wat doet een boek?

Lees de twee gedichten op pagina 6 nauwkeurig door.

1. Welk gedicht spreekt jou het meest aan? En waarom?

2. Wat kan een boek doen, gebaseerd op de twee gedichten?

Lees pagina 7 t/m 10 rustig en nauwkeurig door

Noteer twee vragen die je hebt;

Onderstreep moeilijke woorden.

Afsluiting

Aan het einde van deze les...

• ... ken ik mevrouw Odink en kent zij mij. 
• ... weet ik met welk onderdeel we de komende
  tijd aan de slag gaan.

Volgende les 

Gedichten, thema's en boeken

Huiswerk

Welk boek is jou altijd bijgebleven? Leg je antwoord uit.
Wat vind jij belangrijk aan een boek? Leg je antwoord uit.