5V - verhaalanalyse extra + beschouwing opdr 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Planning les

• Afgelopen weken
• Aankomende weken
• Opmerkingen over verhaalanalyse
• Uitleg verschil betoog/beschouwing
• Instructie schrijfopdracht 2
• Aan het werk

Afgelopen weken

Geoefend met korte schrijfoefeningetjes (fb van mij)

Eerste schrijfopdracht schrijfdossier (fb medeleerling)

Schrijfdossier telt wel mee (10/100 punten)

Schrijfdossier bestaat uit drie schrijfopdrachten

Belangrijk: haal deadlines, voer alles serieus uit

Lever alles in via Teams (ik krijg te veel mail)

Herhaling verhaalanalyse (2 lessen)

Aankomende lessen

• Deze week focus op schrijfopdracht 2
• Les 1: uitleg + inlezen
• Les 2: kladversie uitwerken
• Les 3: kladversie laten beoordelen door medeleerling
• Netversie inleveren op maandag 1 februari voor de les

Opmerkingen over literatuur

• Doel van de lessen: leren (uitgebreid) te kunnen praten over je gelezen boeken.
• Omschrijven van personages.
• Omschrijven van (pogingen tot) spanningsopbouw.
• Motieven herkennen.
• Rol van ruimte kunnen benoemen.
• Kunnen aangeven hoe de schrijver omgaat met 'tijd'.

karatereigenschap

geen karaktereigsnchap

Introvert

hoofdpersoon

Lief

sterk

geïrriteerd

protagonist

fantasierijk

verdrietig

zorgzaam

bijpersoon

Karaktereigenschappen

Omschrijving van hoe iemand 'altijd' is.

Meerdere lijsten online te vinden:

https://www.testcentrumgroei.nl/persoonlijkheid/karaktereigenschappen/karaktereigenschappen-lijst 

Over het filmpje met Salomon

• Perfect voorbeeld om literaire begrippen aan te hangen
• Spanningsopbouw: wekker, het wad dat gaat onderlopen 
• Personage: echt een (stereo)type (uiterlijk en gedrag!)
• Spanning + verhaalmotief: munt met een adelaar (Derde Rijk) en de onderzeeër die gaat bewegen onder het zand.
• Vertelstijl: absurdistisch, grappig bedoeld
• Spanning wordt ook ingelost: wekker loopt af

Volgende week literatuur

Focus op ruimte en setting (bij een kort verhaal)

Betoog vs beschouwing

Op je toets mag je kiezen of je een betoog of een beschouwing schrijft.

Je kiest ook je eigen onderwerp.

Per onderwerp is het verschillend wat een verstandige keuze is.

Wat is het verschil tussen een betoog en een beschouwing?

Betoog

Doel betoog = overtuigen, lezer moet jouw mening overnemen

- Argumentatiestructuur 

o Inleiding – Aandachtstrekker + standpunt (eventueel als hoofdvraag)

o Middenstuk – Argumenten en tegenargument(en) + weerlegging

o Slot – Herhaling standpunt (andere woorden dan inleiding) samenvatting belangrijkste argumenten en een uitsmijter

Toon = mag fel zijn, soms emotioneel, grappig en/of ironisch. Stevige maar nette taal.

Beschouwing

Doel beschouwing = beschouwen, lezer vormt eigen mening

- Probleem-oplossingsstructuur

o Inleiding – probleem

o Kern

 Oorzaken  Gevolgen   Mogelijke oplossingen 

o Slot

 Beste oplossing

Beschouwing

- Voor- en nadelenstructuur

o Inleiding – vraag

o Kern – evenveel voor- als nadelen (voor elke alinea één voor- of nadeel)

o Slot – Afweging

Toon = Serieus, schrijver (jij dus) kan ik zich oprecht afvragen welke kant beter is, rustig en formeel taalgebruik, kritisch mag maar jouw eigen mening ‘doet er niet toe’.

Schrijfopdracht 2

• Op zijn minst één keer een beschouwing schrijven/oefenen
• Opzet komt veel dichter bij mogelijke schrijfopdrachten vervolgopleiding dan een betoog
• Jullie voeren allemaal opdr 4 p128 
• Extra informatie beschouwing op: p125
• Voorbeeldbeschouwing op p126-127
• Benodigd materiaal staat klaar via Teams opdrachten 

Aanpak

• Bronnen doorlezen en bepalen wat de verschillen zijn in de mening van de schrijvers hiervan.
• Eventueel bouwplan invullen (extra uitleg volgt donderdag).
• Belangrijke tip: maak het je eigen tekst! 
• Je moet de bronnen gebruiken, maar ze zijn een hulpmiddel om zelf jouw tekst te schrijven.
• Nu aan de slag: terugkomen hoeft niet, maar les blijft open staan voor vragen.