Week 10 - Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen - 1

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG220AK & BK
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ZRGVEPL419AK
ZRGDVLG220AK & BK

Slide 1 - Diapositive

Planning 
  • Korte terugkoppeling brief
  • Spreekwoorden & gezegdes
  • Quiz
  • Opdracht A & B maken
  • Zelfstandig online werken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je….
  • Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen herkennen
  • De betekenissen van een aantal spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen uitleggen en toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Wat zie je hier letterlijk? 

Slide 4 - Diapositive

Waar doet dit spreekwoord je aan denken? 

Slide 5 - Diapositive

De kat uit de boom kijken
Een afwachtende houding aannemen/ afwachten voordat je actie onderneemt. 

Slide 6 - Diapositive

Letterlijk  /  figuurlijk
  • Letterlijk taalgebruik -> Wat er staat, is wat je bedoelt.
-Toen Jan gegeten had, legde hij zijn handen op zijn buik.

  • Figuurlijk taalgebruik -> Er staat iets anders dan wat je bedoelt.
-Mijn ouders zijn twee handen op één buik.

Uit de rest van de tekst kun je opmaken of een zin letterlijk of figuurlijk bedoeld is.

Slide 7 - Diapositive

Spreekwoorden & gezegdes
  • Spreekwoorden
    Korte, krachtige uitspraken. Het is een hele zin.
    Bijvoorbeeld: na regen komt zonneschijn.
  • Gezegdes
    Een vaste groep woorden die samen één betekenis hebben. Ze staan in een zin. Bijvoorbeeld: met hart en ziel.

 

Slide 8 - Diapositive

Welke gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen herken jij?

Slide 9 - Diapositive

Belofte maakt......

Slide 10 - Question ouverte

Jong geleerd, .........

Slide 11 - Question ouverte

De appel valt niet ver.........

Slide 12 - Question ouverte

Na regen komt.....

Slide 13 - Question ouverte

Liefde maakt....

Slide 14 - Question ouverte

Uit de doppen....

Slide 15 - Question ouverte

Een speld in de hooiberg.....

Slide 16 - Question ouverte

Tijd is.....

Slide 17 - Question ouverte

Met vuur....

Slide 18 - Question ouverte

Iemand iets op de mouw....

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent 'beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht?
A
Liever heel veel dan heel weinig
B
Liever een beetje, dan helemaal niets
C
Liever een klein probleem dan 10 grote

Slide 20 - Quiz

Welke betekent ongeveer hetzelfde als 'we zullen ze een poepie laten ruiken?'
A
Laten kijken of men water ziet branden
B
Koekje van eigen deeg geven
C
Met de mond vol tanden laten staan

Slide 21 - Quiz

Wat betekent 'iemand onder de duim hebben?'
A
Iemand in bedwang houden
B
De macht hebben over iemand
C
Iets verzinnen en diegene gelooft jou
D
Iemand onder grote druk zetten

Slide 22 - Quiz

Wat betekent 'met het verkeerde been uit bed stappen?'
A
Een pechdag hebben
B
Een verkeerde inschatting maken
C
Een slecht humeur hebben

Slide 23 - Quiz

De betekenissen opzoeken
Belofte maakt schuld
Jong geleerd, oud gedaan
De appel valt niet ver van de boom
Na regen komt zonneschijn 
Liefde maakt blind
Uit de doppen kijken
Een speld in de hooiberg zoeken
Tijd is geld 
Met vuur spelen
Iemand iets op de mouw spelden

 

Slide 24 - Diapositive

Wat ga je nu doen?
- Je ontvangt een mail met opdrachten over spreekwoorden en gezegdes.
- Bij opdracht A moet je de betekenis opzoeken.
- Bij opdracht B moet je het ontbrekende woord invullen
- Voor vandaag 17.00 uur moet je de mail met antwoorden naar de docent verstuurd hebben.

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk Studiemeter
Deelvaardigheid - spreekwoorden/uitdrukkingen
Betekenissen opdracht 1, 2, 3, 4, 5 & deeltoets

Deelvaardigheid - betekenissen
Spreekwoorden/uitdrukkingen opdracht 1 , 2, 3, 4


Slide 26 - Diapositive