[U3A] Liberalisme, Kapitalisme, Communisme

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Liberalisme 

Kapitalisme & Communisme

Vorige les:
Leg uit wat de industriële revolutie was.

Vorige les:
Noem ten minste 3 gevolgen van
de industriële revolutie.

De Sociale Kwestie

Door de industriële revolutie waren de leefomstandigheden zeer slecht.

"Wat moet er met al die arme mensen gedaan worden?"

Doelen

- uitleggen wat liberalisme, kapitalisme en communisme betekenen;

- uitleggen wie Adam Smith en het ‘welbegrepen eigenbelang’ is;

- het verband tussen liberalisme/kapitalisme en communisme aangeven;

- de vijf fasen van Marx’ theorie toelichten;

- uitleggen waarom het communisme voor arbeiders aantrekkelijk is.

Maak nu opdracht 1.1

Kapitalisme

Productiefactoren:

• Natuur
• Kapitaal
• Arbeid

Maak nu opdracht 1 

helemaal af.

Kapitalisme

Productiefactoren:

• Natuur
• Kapitaal
• Arbeid

Binnen het kapitalisme zijn alle productiefactoren in handen van particulieren.

Maak nu opdracht 2 

helemaal.

Kapitalisme

Het welbegrepen eigenbelang.

Iedereen let in eerste instantie alleen op zijn eigen belangen.

Als oplossing voor de sociale kwestie.

Kapitalisme

Vraag en aanbod bepalen de prijs!

Stel:

Iedereen in U3A wil een PS5 van meneer Dol kopen. Maar hij heeft er maar 2. Wat gebeurt er dan met de prijs?

1. Die gaat omlaag.
2. Die gaat omhoog.
3. Die blijft gelijk.

Communisme

Tegenover dit idee van kapitalisme (en liberalisme) komt het socialisme te staan.

Marx beschrijft een klassenstrijd tussen de bourgeoisie en het proletariaat.

De bourgeoisie

Het proletariaat

De winst van het kapitalisme

De ellende van het kapitalisme

Leg in eigen woorden uit wat er op
de spotprent gebeurt.
Gebruik in je antwoord ten minste
2 beeldelementen.

Maak nu de rest van het stencil.