Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Quiz pluriforme samenleving MA2
Slide 1 - Diapositive
Fietsen naar school of werk hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Vidéo
Welk begrip past bij deze video?
A
mensen met migratieachtergrond
B
rolpatroon
C
sociale controle
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Noem 2 verschillen tussen de jaren 60 en nu die je ziet in het fimpje
Slide 6 - Question ouverte
Nederland is een pluriforme samenleving. Leg uit wat dit betekent.
Slide 7 - Question ouverte
naar de moskee gaan hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur
Slide 8 - Quiz
Stamppot eten hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur
Slide 9 - Quiz
Carnaval vieren hoort bij
A
dominante cultuur
B
subcultuur
Slide 10 - Quiz
Groepen leven gescheiden van elkaar.
Wederzijdse aanpassingen.
Jezelf aanpassen aan de dominante cultuur en je eigen cultuur overboord gooien.
Segregatie
Assimilatie
Integratie
Slide 11 - Question de remorquage
Leg uit wat segregatie is en geef een voorbeeld hiervan
Slide 12 - Question ouverte
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 13 - Quiz
Mensen met een Turkse achtergrond en ouders die in Turkije geboren zijn maar een Nederlands paspoort zijn:
A
Allochtonen
B
Buitenlanders
C
Immigranten
D
etnische minderheden
Slide 14 - Quiz
welk van de onderstaande is geen kenmerk van de pluriforme samenleving
A
Meer geloofsrichtingen
B
Andere gewoonten
C
Meerdere talen
D
Verschillende waarden en normen
Slide 15 - Quiz
Welke van de onderstaande redenen is geen reden voor migratie
A
politiek
B
cultureel
C
economisch
D
persoonlijk
Slide 16 - Quiz
assimilatie is
A
de cultuur gedeeltelijk overnemen
B
De cultuur geheel overnemen
C
assimilatie bestaat niet
D
je afscheiden
Slide 17 - Quiz
Waarom wil de overheid 'zwarte scholen' verminderen? Tip denk aan integratie
Slide 18 - Question ouverte
in Artikel 1 van de Grondwet staat
A
Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
B
Nederlanderschap; vreemdeling; uitlevering; recht tot verlaten van land. De wet regelt wie Nederlander is.
C
Elke Nederlander heeft recht op gelijke benoembaarheid in openbare dienst
D
Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Slide 19 - Quiz
Sociale cohesie is
A
Wanneer mensen zich niet met elkaar verbonden voelen
B
Wanneer mensen zich wel met elkaar verbonden voelen
C
Wanneer mensen zich een beetje met elkaar verbonden voelen