2023-les16nov-3h: Hoofdstuk 5: gram.H+ oefening

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Le sac à dos par terre s.v.p. 
STARTKLAAR!
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Programme
1. Les devoirs contrôle
2. Évaluation de la leçon
4. Les devoirs (prochaine leçon)
5. La prochaine leçon 

timer
4:00

Slide 3 - Diapositive

 Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van de les:
1. Ken je de vormen van het bijv. vnw in het Frans
2. Je kunt het bijv. vnw goed gebruiken in een zin
3. Je kunt een opsporingsbericht schrijven

Slide 4 - Diapositive

1. Les devoirs contrôle (Fiche de travail)
Wat?     Maak opdrachten van het werkblad.
Hoe en hoe langEerst individueel (10 min). Daarna wissel van werkblad (5 min). Corrigeer elkaars opdrachten. Beoordeel het werk van je klasgenoot door ‘’FICHE D’ÉVALUATION IN TE VULLEN’’.
Hulpmiddelen: Grammaire H (wb, p.45), Phrases-clés G (wb, p. 44).
Eerder klaar?  Maak extra opdracht- Lire (werkblad, p. 6 en 7). 
Iedereen klaar? LessonUp
Mets  ta fiche  dans ton fichier, s'il te plaît. Merci!



Slide 5 - Diapositive

Lesevaluatie
Iedereen klaar? Lesevaluatie
Prends ton ordinateur. Connectes-toi sur l'apli-LessonUp

Slide 6 - Diapositive

Teste ta connaissance. Vul de uitgangen van het bijvoeglijk voornaamwoord in op de volgende slide.

Slide 7 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 8 - Question de remorquage

bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud

Slide 9 - Question de remorquage

Tijd over?
Wat heb je geleerd vandaag? Test elkaar. 
Schrijf drie vragen over wat we vandaag hebben gedaan. 
Je buurman/buurvrouw schrijft de antwoorden op. Doe het om de beurt (tijd: 60 seconden). 
voorbeeld: Vul het juiste bijv. nw. in
 Paul est intelligen. Paula est..........
Beschrijf jezelf in het F: Tu est comment (kleur haren, ogen, groot, klein, aardig..)

Slide 10 - Diapositive

La prochaine leçon
Les devoirs pour la prochaine leçon:
Apprends voc. A (wb, p. 42)


Slide 11 - Diapositive

Au  revoir

Slide 12 - Diapositive