3. WWspelling - vd

Ga naar:
https://forms.office.com/e/ALmZTyQ6Cm
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ga naar:
https://forms.office.com/e/ALmZTyQ6Cm

Slide 1 - Diapositive

Werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Voltooid Deelwoord

Slide 4 - Diapositive

Voltooid Deelwoord
Wat betekent het woord 'voltooid'?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Voltooid deelwoord:

halen

Slide 9 - Question ouverte

Voltooid deelwoord:

branden

Slide 10 - Question ouverte

Voltooid deelwoord:

volgen

Slide 11 - Question ouverte

Voltooid deelwoord:

snijden

Slide 12 - Question ouverte

timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Tijmen heeft een lekkere appel _____. (schillen)

Slide 17 - Question ouverte

De gemeente heeft hier veldbloemen _____. (zaaien)

Slide 18 - Question ouverte

Heeft hij jou voor de gek _____? (houden)

Slide 19 - Question ouverte

Fleur is over een stoeptegel _____? (struikelen)

Slide 20 - Question ouverte

De wedstrijd is te laat _____. (starten)

Slide 21 - Question ouverte

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Slide 22 - Question ouverte

We hebben gisteren worstjes _____. (braden)

Slide 23 - Question ouverte

Luuk heeft de bal _____. (vangen)

Slide 24 - Question ouverte

De vrouw heeft vriendelijk naar hem _____. (knikken)

Slide 25 - Question ouverte

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

Slide 26 - Question ouverte


Mohammed .............................. morgen naar een nieuw huis.




Sjaan heeft haar moeder gisteren ..............................
Tip!
Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
Tip!
Voltooid Deelwoord
verhuist
verhuisd

Slide 27 - Question de remorquage

Werkwoordspelling

Slide 28 - Diapositive

Voltooid Deelwoord

Slide 29 - Diapositive

Ik heb gisteren in de tuin (werken)..
A
gewerken
B
gewerkt
C
gewerkd

Slide 30 - Quiz

De broodjes in de kantine worden goed beleg....
A
t
B
d

Slide 31 - Quiz

Ik heb heel lang (geloven) dat spoken bestaan.
A
geloofd
B
gelooft
C
geloven

Slide 32 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?

Ik heb geen pen meegenomen.

Slide 33 - Question ouverte

Noteer het voltooid deelwoord:
weet jij wat daar is (gebeuren)?

Slide 34 - Question ouverte

Wordt die terrorist nog wel (veroordelen)
A
veroordeeld
B
veroordeeldt
C
veroordeelt

Slide 35 - Quiz

Gelukkig was ik goed (verzekeren).
A
verzekerd
B
verzekert
C
verzekerde

Slide 36 - Quiz

De leraar werd er (ingeluis.....)
A
d
B
t

Slide 37 - Quiz

Ik snap de spelling
van het voltooid deelwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage