Cette leçon contient 49 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 1 - Diapositive
jas uit
oortjes uit
mobiel in de wandtas
boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152/153 leren! (5 Minuten)
Slide 2 - Diapositive
Was machen wir heute?
- Logo Erklärt
- Wörterbuch
benutzen
Slide 3 - Diapositive
Wir fangen an mit Logo.de!
Folgen von Öl im Meer
Slide 4 - Diapositive
www.zdf.de
Slide 5 - Lien
Lernziele dieser Stunde:
Am Ende dieser Stunde ...
...kann ich ein Wörterbuch korrekt benutzen.
... weiß ich wie ich bestimmte Wortarten in einem Wörterbuch finden kann.
Slide 6 - Diapositive
Hoe gebruik ik het woordenboek goed en effectief?
Opzoeken
in het woordenboek
Slide 7 - Diapositive
Moet je alles opzoeken?
Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan: de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt.
Soms kun je de betekenis van een woord uit de context halen:
Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.
Slide 8 - Diapositive
Wie functioniert das Wörterbuch?
Werkwoordsvormen
Meervoudsvormen
Samengestelde woorden
Meerdere betekenissen
Slide 9 - Diapositive
Das Wörterbuch: werkwoorden
Het woordenboek laat nooit vervoegingen van werkwoorden zien!
Hoe vind je dan de juiste vertaling en vorm van een werkwoord?
Je zoekt het hele werkwoord op in het woordenboek en past dan de werkwoordregels toe. (esttenten-regel en voltooid deelwoordregels)
Voorbeeld 'hij loopt': In het woordenboek vind je het hele werkwoord 'lopen' (= 'laufen').
Slide 10 - Diapositive
Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
In het woordenboek staan géén meervoudsvormen. Je zoekt dus altijd naar een woord in het enkelvoud!
de meervoudsvorm staat tussen haakjes achter het enkelvoud:
bv:
Mann zn m (-es / Männer)
Frau zn v (- / -en)
Slide 11 - Diapositive
Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
Het woordenboek kan op verschillende manieren laten zien of een woord een der, die, of das-woord is.
Achter het woord staat m, v, of o (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig).
bv. Mann zn m
Kind zn o
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Das Wörterbuch: samengestelde woorden
De meesten samengestelde woorden staan niet in het woordenboek.
Hoe vind je dan de juiste vertaling van een woord?
Het is belangrijk dat je de woorden waaruit het woord is opgebouwd uit elkaar kunt halen. Je zoekt dan de betekenissen van de losse woorden op en je vindt de betekenis van het samengestelde woord.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.