IE - Luisteren en kijken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Kijken en luisteren

Soorten kijk- en luisterfragmenten

• Informerend (journaal, docu).

• Overtuigend/activerend (debat, analyse, reclame)

• Verhalend/amuserend (films, cabaret).

• Instruerend (recept, stappenplan).
  
  
• Of een combinatie.

Doelen van de sprekers

• Informeren (feiten overbrengen)
• Overtuigen (mening overbrengen)
• Activeren (overhalen om iets te gaan doen)
• Amuseren (vermaken)

• Instrueren (iets uitleggen)
  
  
• Moet je uitleggen wat het doel van een fragment is?
  Antwoord dan in hele zinnen, met het doel + het waarover/waarvan.

Kijk- en luisterstrategieën

• Verkennend (weten wat voor soort fragment het is).
• Globaal (weten waar het fragment over gaat).
• Gericht (bepaalde informatie willen hebben).
• Intensief (iets echt goed begrijpen).
• Soms: studerend (iets willen onthouden).

= vergelijkbaar met de leesstrategieën

Luisterstrategieën

• Globaal (grote lijn; hoofdzaken)
• Gericht (bepaalde informatie willen hebben).
  
• Intensief (iets helemaal goed begrijpen).

Globaal luisteren

• Titel, inleiding, slot.
  
• Tip: aantekeningen.

Gericht luisteren

• Specifiek antwoord op een vraag.
  
• Goed opletten als spreker aan het woord is.

Intensief luisteren

• Alle informatie is belangrijk
• Dus ook details
• Tip: aantekeningen maken
• Bijvoorbeeld: helpdesk

Conclusie

• Er zijn verschillende soorten fragmenten om naar te kijken en te luisteren.
  
  
• Een spreker/maker heeft altijd een doel met het fragment.
  
  
• Als jij ergens naar kijkt en/of luistert gebruik je (on)bewust strategieën.

Kijk- en luisteropdracht

• Jullie krijgen een aantal beeldfragmenten te zien.
  
  
• Na elk fragment leg je uit wat het doel van dat fragment is (doel + waarover/waarvan).
  
  
• Gebruik dus de goede kijk- en luisterstrategie(ën). 

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.

Wat is doel, onderwerp en hoofdgedachte hierbij?

Leg uit wat het doel van dit fragment is.