Cursus 8.2

Wereldburgers
Cursus 8.2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Wereldburgers
Cursus 8.2

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
  1. Je leert wat globalisering is. 
  2. Je leert wat de Verenigde Naties (VN) zijn. 
  3. Je leert wat de eerste, tweede en derde wereld is en welke landen erbij horen. 
  4. Je leert wat de milleniumdoelen zijn en waarom deze er zijn. 
  5. Je leert over internet vrijheid in China.

Slide 2 - Diapositive

Weet je nog?
Kies het goede antwoord.
A
Tijdvak 10 is belangrijk voor de technologie. & Communicatiemiddelen zijn belangrijk om informatie te verzamelen.
B
Vanaf 1950 kwamen er steeds meer informatiemiddelen. & Informatiesamenleving is dat mensen weinig kunnen communiceren.
C
Nepnieuws kan je herkennen aan de bron. & Contact met elkaar hebben noem je informeren.
D
Door Social Media is er steeds meer nepnieuws. & Vanaf 1950 is er steeds meer informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Slide 3 - Quiz

Globalisering
Via internet krijg je makkelijk toegang tot heel veel informatie. Je kan zelfs dingen kopen uit China. 
Door de moderne informatie- en communicatiemiddelen kunnen steeds meer mensen op de hele wereld contact met elkaar krijgen. Dit is heet dus globalisering
Het lijkt hierdoor of de wereld een dorp is. Bijna iedereen kan contact met elkaar hebben en de afstanden lijken kleiner. 

Slide 4 - Diapositive

Waarom lijkt de wereld op een dorp?

Slide 5 - Question ouverte

Een wereld met verschillen
De wereld lijkt steeds meer op een dorp, maar het is een dorp met veel verschillen. 
Na de Tweede Wereldoorlog kon je de wereld verdelen in een eerste, tweede en derde wereld. Tussen deze werelden zit veel verschil. 

Op de volgende slides krijg je meer informatie over deze werelden. 

Slide 6 - Diapositive

Eerste wereld
Dit zijn rijke en welvarende landen.
Vaak worden deze landen Westers genoemd.

Bijvoorbeeld: Nederland, Australië, Duitsland en de Verenigde Staten. 

Slide 7 - Diapositive

Tweede wereld
Tijdens de Koude Oorlog stond het Westblok tegenover het Oostblok. 
De Oostblok landen waren de Tweede Wereld. 

Bijvoorbeeld: Rusland, Hongarije en China. 

Slide 8 - Diapositive

Derde wereld
Landen die niet meededen aan de Koude Oorlog, waren de derde wereld. 
Sommige landen waren arm, zoals India en Egypte. Deze noem je ontwikkelingslanden. 
Sommige landen waren rijk, zoals Saudi-Arabië. 

Slide 9 - Diapositive

Kies het goede antwoord.
A
Eerste wereld landen zijn het voormalig Oostblok.
B
Tweede wereld landen zijn arme landen.
C
Derde wereld landen zijn het Westen.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Kijk het filmpje op de vorige slide. Oeganda is een derde wereld land en een ontwikkelingsland.
Waarom is het een ontwikkelingsland?

Slide 12 - Question ouverte

Verenigde Naties
De Verenigde Naties (VN) bestaan uit 192 landen die belangrijke dingen bespreken die over de hele wereld gaan. Zoals wereldhandel, mensenrechten en vrede en veiligheid.

Als de VN bij elkaar komen en een speciaal onderwerp bespreken, dan noem je dit een wereldtop

Slide 13 - Diapositive

Waarom zijn de Verenigde Naties een goed voorbeeld van globalisering?

Slide 14 - Question ouverte

Millenniumdoelen
Op een wereldtop spraken de VN af om de grootste wereldproblemen op het gebied van armoede, gezondheid en milieu aan te pakken. 
In het jaar 2000 gingen het derde millennium in. Een millenium is namelijk 1000 jaar. 
De landen probeerden voor 2015 8 doelen te bereiken: dit zijn de millenniumdoelen
Na 2015 werkten ze aan nieuwe 'werelddoelen'. 

Slide 15 - Diapositive

Millenniumdoelen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Bekijk het filmpje op de vorige slide en
de afbeelding op slide 16.
Welke 3 doelen vind jij het belangrijkst?

Slide 18 - Carte mentale

Waarom zijn deze millenniumdoelen belangrijk?

Slide 19 - Question ouverte

Internet vrijheid
Veel mensen op de wereld hebben internet. Maar niet iedereen kan alles doen op internet. 

In China verbiedt de overheid websites zoals YouTube en Facebook. Ze hebben eigen social media. 

China heeft eigen social media, omdat ze anders bang zijn dat burgers kritiek geven op de overheid. 

Slide 20 - Diapositive

Noem 1 verschil tussen internet vrijheid in China en Nederland.

Slide 21 - Question ouverte

Welke landen hebben ook
weinig internetvrijheid?
Noem 2 landen.

Slide 22 - Carte mentale

Snap je het?
Kies het goede antwoord.
A
Arme derde wereld landen zijn ontwikkelingslanden. & Millenniumdoelen zijn belangrijk voor gelijkheid in de wereld.
B
Door globalisering krijgen mensen meer en beter contact. & Het Westen is bang voor kritiek op regeringen via social media.
C
Een millenniumdoel is een wereld zonder honger. & Tweede wereld landen zijn landen in Afrika.
D
Eerste wereld landen zijn vaak welvarend. & China heeft veel internet vrijheid.

Slide 23 - Quiz

Volgende keer
De volgende cursus is 8.4 en gaat over spanningen, conflicten en oorlogen in New York, het Westen, het Midden-Oosten en Oost-Europa. 

Slide 24 - Diapositive