Huidaandoeningen

Huidaandoeningen 
Anatomie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Huidaandoeningen 
Anatomie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid
De huid
De huid

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de functies van de huid!?

Slide 3 - Carte mentale

Bescherming. De huid is de eerste fysieke barrière tegen vele ziekteverwekkers. Op je huid zijn veel goede bacteriën aanwezig die verhinderen dat ziekteverwekkers zich kunnen binden aan de huid. De huid scheidt ook antimicrobiële peptiden uit. Dit zijn stoffen die de ziekteverwekkers proberen onschadelijk te maken. In de opperhuid en de lederhuid bevinden zich ook immuuncellen om direct de ziekteverwekkers te bestrijden, die het lukt om langs de eerste sublagen van de opperhuid te dringen.
Zintuig tast. In de lederhuid liggen veel tastzenuwen. Je kunt hierdoor verschillende sensaties voelen zoals druk, warmte, kou of pijn.
Thermoregulatie. De huid is heel belangrijk in het omgaan met temperatuursveranderingen. In de lederhuid bevinden zich zweetklieren en wanneer je het warm krijgt moet je deze warmte kwijtraken. Je raakt deze warmte kwijt door te gaan zweten. Het zweet blijft op je huid liggen, wat ook leidt tot verkoeling. Als je het koud krijgt trekken de spieren in je bloedvaten samen, zodat er minder bloed doorheen stroomt en er minder energie verloren gaat. Daarnaast gaan je haartjes in de huid ook overeind staan en krijg je kippenvel, waardoor je meer warmte kunt vasthouden.
Stofwisseling. Zonnestralen op je huid zorgen ervoor dat er een chemische reactie plaatsvindt waardoor vitamine D3 wordt gemaakt. Hierna wordt het vitamine D3 getransporteerd naar de lever om daar in zijn actieve vorm te worden omgezet. Daarnaast wordt ook veel vet opgeslagen in het onderhuids bindweefsel om dit later om te kunnen zetten in energie.

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

de huid

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huid
De huid is het grootste orgaan van de mens. Als je geen huid hebt, ga je dood.

Opdracht:
Zoek naar 4 verschillende functies 
die de huid heeft.
timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen van de huid
Talg
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
Hoornlaag
vetweefsel
Zweetklier
Talgklier

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies van de huid ​
  • Beschermt tegen ziekteverwekkers en beschadigingen​
  • Aanmaken van vitamine D​
  • Speelt rol bij constant houden van lichaamstemperatuur​
  • Bevat zintuigen die info geven over de omgeving ​




Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid heeft 4 verschillende soorten zintuigen​
  • Warmtezintuigen​
  • Koudezintuigen​
  • Drukzintuigen​
  • tastzintuigen​

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen functie van de huid?
A
Het aanmaken van vitamine B
B
Bescherming bieden
C
Functioneren als opslagplaats
D
Functioneren als gevoelsoraan

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

huidaandoeningen
- bacteriële huidinfecties – Impetigo, Furunkel, Cellulitis en erysipelas, Erythema chronicum migrans
- virale huidaandoeningen (herpes zoster, varicella, gordelroos, herpes simplex, Verruca vulgaris
- urticaria
- psoriasis
- acne vulgaris

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke huisinfecties zijn bacteriële huidinfecties?
A
Verruca vulgaris (wrat)
B
Herpes (koortslip)
C
Impetigo (krentebaard)
D
Furunkel (steenpuist)

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Krentenbaard
  • Bacterie - antibiotica 
  • Meestal in het gezicht 
  • Rode vlekjes en gele korsten met vocht – besmettelijk 
  • Overdraagbaar via handen na aanraken van de krentenbaard 
  • Vaak handen wassen 
  • Apart washandje gebruiken en regelmatig handdoeken vervangen 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is zwemmerseczeem?
A
bacteriële huidinfectie van de voeten
B
veel voorkomende schimmelinfectie van de voeten
C
veel voorkomend contacteczeem van de voeten
D
eczeem wat je alleen in het zwembad kan oplopen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het 1ste keusmiddel bij zwemmerseczeem bij volwassen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de symptomen van chronisch constitutioneel eczeem
A
dikkere huid
B
nattende plekken
C
rode plekken over het hele lichaam
D
kleine blaasjes en bultjes

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werken corticosteroïden bij eczeem?
A
Bestrijden verschijnselen van ontstekingsreactie
B
Herstellen de huidbarrière
C
Genezen de ontstekingsreactie in de huid
D
Houden de huid vochtig en soepel waardoor deze geneest

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke huidaandoening uit zich in schilfers, ophoping van huidcellen, rood en jeuk
A
Eczeem
B
Psoriasis
C
Schimmelinfecties
D
Bacteriële huidinfecties

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Virale huidinfecties​
  • Koortslip

Virale huidinfectie
  • Wrat ​
​ 



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een koortslip noem je ook wel:
A
Herpes zoster
B
Herpes simplex
C
Herpes labialis

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is geen uitlokkende factor bij een koortslip
A
stress
B
zonlicht
C
pijn
D
koorts

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eerste keus bij een koortslip?
A
Penciclovir (fenistil)
B
Zovirax
C
Zinksulfaat
D
Salicylzuur

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke middel kan men zelf thuis wratten het beste behandelen?
A
SALICYLZUUR ZALF
B
LANETTE CREME
C
MICONAZOL ZALF
D
BETADINE SCRUB

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke stof worden wratten aangestipt op het wrattenspreekuur?

A
Vloeibaar acetylsalisylzuur
B
Vloeibaar stikstof
C
vloeibaar natriumchloride
D
Lidocaïne-adrenaline

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er nadat de wrat aangestipt is?
A
de wrat verdwijnt direct
B
de wrat brokkelt af
C
er komt een blaar onder die de wrat 'eraf' duwt
D
de wrat verweekt en moet eraf geschraapt worden

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week brandwonden

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions