Les 1A

• Communicatie
• Middelbare school
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatieve vaardigheden

Blok 2

Les 1

Sadiye Tas

Planning

• Bespreken casustoets blok 1
• Uitleg leerlijn communicatie blok 2
• Onderwijsmagazijn bekijken + mapjes aanmaken
• Uitleg theorie thema 4.1 en 4.2
• Wat is waarnemen, signaleren en interpreteren?

Evaluatie BLOK 1
- Hoe vonden jullie de toets gaan?
- Hoe hebben jullie het ervaren?
- Wat vonden jullie moeilijk / makkelijk?
- Wat zijn jullie verwachtingen van dit blok?

Praktische zaken

Onderwijsmagazijn: Jaar 1, blok 2

• Lesmateriaal: Communicatie en gedrag voor sociaal werk 
• Hoofdstukken: 4 / 7 / 19

• Online Licentie Methodiek en begeleiding
• Hoofdstukken: 5 / 6 / 7 / 8

Opbouw periode

• Lesweek 3: Toets 1, blok 2 (telt voor 20% mee voor eindcijfer blok 2)

• Lesweek 5: Toets 2, blok 2 (Telt voor 25% mee voor eindcijfer blok 2)

• Toetsweek: Casustoets

Lesdoelen 

• Student weet wat de termen waarnemen / signaleren en interpreteren inhoudt.
• Student weet wat de term observeren inhoudt en kent stappenplan hiervan
• Student weet wat de toetsing van dit vak is 

CV Toetsing

• Vier groepen van ongeveer 6 personen
• Je krijgt per groep een casus op het moment dat de toets start
• Je krijgt 1,5 uur om de casus uit te werken en een verslag daarvan in te leveren
• Je krijgt een cijfer voor het verslag (voor alle studenten uit de groep gelijk) en een individueel cijfer voor  de rol in de groep.

Oefening ''waarnemen''

Waarnemen 

• Waarnemen= opnemen van prikkels (prikkel= waarneming die een reactie veroorzaakt) die op je afkomen
• Als sociaal werker kijk je bewust naar wat er met de persoon of in de groep gebeurt

Signaleren 

• Signaleren= Het opmerken van bijzonderheden in gedrag 
• Belangrijk vaardigheid binnen je toekomstige beroep 
• Als sociaal werker signaleer en speel je in op het door jou gesignaleerde gedrag.

Voorbeeld

Marieke is sociaal werker en begeleidt samen met vrijwilligers jongerenactiviteiten in de wijk. Het valt haar bij de activiteit op dat twee jongens van 15 vaak samen naar het toilet gaan. Ze vindt dit, want de andere jongens gaan allemaal apart naar het  toilet. 'Samen naar de wc gaan, is iets voor meisjes', zeggen ze altijd. Marieke is benieuwd wat die jongens uitspoken op het toilet, dus ze probeert in de gaten te houden wanneer ze van het toilet afkomen. Op het moment dat ze het toilet verlaten, ziet ze dat allebei flink op hun neus zitten te wrijven. Ze inspecteert daarna het toilet en ziet wat de resten witte poeder op de wasbak liggen. Ze spreekt de jongens aan en neemt hen mee naar een afgesloten ruimte. Ze vertelt wat ze gezien heeft en vraagt de jongens naar het telefoonnummer van hun ouders. Ze belt de ouders op en nodigt ze uit om langs te komen, omdat hun zoons hen wat belangrijks te vertellen hebben.

Welke drie dingen heeft Marieke gesignaleerd?

Interpreteren

• Interpreteren= betekenis geven aan verzamelde informatie, vervolgens handel je hiernaar.

Observeren

• Doelgericht en objectief
• Waarnemen doe je altijd observeren doe je in een bijzondere situatie
  
• Je formuleert altijd het doel van je observatie
• Je beschrijft wie/wat/war en wanneer je gaat observeren
• Observeren gaat altijd over het gedrag

Opdracht

Welke onderdelen maken altijd onderdeel uit van het stappenplan voor een observatie?

Stappenplan

1. Reden observatie:  waarom ga je observeren? Doe je dit naar aanleiding van een eerdere signalering? of doe je het op verzoek van iemand?

2. Observatiedoel en observatievraag

3.  Deelvragen beschrijven: op welke vragen wil je een antwoord vinden?

4. Observatiemethode kiezen

5. Plan van aanpak

6. Evaluatiepunten 

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Zelf aan de slag

• Vat de eerste paragraaf samen