3tho-Schritt 25-zwakke ww in de verleden tijd

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

- ik ken de de verleden tijd van zwakke werkwoorden (met uizonderingen) en kan de vormen gebruiken (15-20 minuten)

- ik oefen de woordenschat met Study Go (rest van het lesuur)

Hausaufgabe war:

Lernen: Redemittel Schritt 24 => NL-D, D-NL (alléén vragen)

& Vokabeln Schritt 25, D-NL 

Regelmäßige Verben im Präteritum

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd 

         Präteritum / Verleden tijd 

	wohnen
ich	wohn t e	ik woonde
du	wohn te st	jij woonde
er/sie/es	wohn te	hij/zij/het woonde
wir	wohn te n	wij woonden
ihr	wohn te t	jullie woonden
sie/Sie	wohn te n	u woonde / zij woonden

Aantekening:  

         Präteritum / Verleden tijd 

	stam: wohn-, mach-, komm-... = 1 E
I	t e
D	te st
E	te
W	te n
I	te t
S	te n

Aantekening:  

Sleep de uitgangen naar de juiste plek

ich

du

er/sie/es/man

wir 

ihr

sie/Sie

mach

mach

mach

mach

mach

mach

-te

-test

-te

-ten

-ten

-tet

Er (studieren) bis 1789 Musik an der Universität Bonn.

1. studiert
2. studierte
3. studiertet
4. studieret

Übersetze 'jullie kochten'

1. ihr kaufte
2. ihr kaufetet
3. ihr kauftet
4. ihr kauft

Übersetze 'wij hoopten'

1. wir hoffen
2. wir hofften
3. wir hoffte
4. wir hoften

Übersetze 'ik kookte'

1. ich kochte
2. ich kochet
3. ich koche
4. ich kochten

Verben mit Stamm auf -d/-t

         Präteritum / Verleden tijd 

	melden
ich	meld e t e	ik meldde
du	meld e te st	jij meldde
er/sie/es	meld e te	hij/zij/het meldde
wir	meld e te n	wij meldden
ihr	meld e te t	jullie meldden
sie/Sie	meld e te n	u melddde / zij meldden

Aantekening:  

         Präteritum / Verleden tijd 

	stam: arbeit-, meld-, regn-, öffn-, ...
I	e t e
D	e te st
E	e te
W	e te n
I	e te t
S	e te n

Aantekening:  

Vergangenheit (o.v.t.)

	spielen	antworten
ich	spiel t e	antwor t ete
du	spiel test	antwor t etest
er/sie/es	spiel te	antwor t ete
wir	spiel ten	antwor t eten
ihr	spiel tet	antwor t etet
sie/Sie	spiel ten	antwor t eten
er	hat gespielt	hat geantwortet

Vergangenheit von 'reden'

ich

du

er/sie/es/man

wir 

ihr

sie/Sie

red

red

red

red

red

red

-ete

-etest

-ete

-eten

-eten

-etet

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> er [arbeiten]

1. arbeitet
2. arbeitete
3. arbeitetet
4. arbeite

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> ihr [baden]

1. bade
2. badet
3. badete
4. badetet

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> du (mieten)

1. miete
2. mietetest
3. mietest
4. mietetst

Wat is de correcte verleden tijds vorm?
> sie (enkv) (öffnen)

1. öffnete
2. öffnetest
3. öffnet
4. öffnetete

Leerdoel bereikt?
- ik ken de de verleden tijd van zwakke werkwoorden (met uizonderingen) en kan de vormen gebruiken

😒🙁😐🙂😃

Hausaufgabe:

Lernen 1: Vokabeln Schritt 25 NL-D

Lernen 2: Vormen van de verleden tijd (Seite 65 + 66 of aantekeningen)

Hausaufgabe war:

Lernen: Vokabeln Schritt 25 D-NL Hoofdstuk 25.Vokabeln - HAVO deel 4 - Schritt 25 | StudyGo

studygo.com