commercieel 2 oefentoets h1 en h2

• Retail
• MBO
• Studiejaar 2,4

A: B2B marketing is marketing gericht op bedrijven
B: B2C marketing is marketing gericht op consumenten

1. a=waar b=niet waar
2. a= niet waar b= waar
3. a en b zijn niet waar
4. a en b zijn waar

Je hebt de 6 p's. De p van promotie:

1. gaat over aankleding en inrichting van de winkel
2. is heel flexibel, je kunt het snel aanpassen
3. gaat over alle activiteiten om de verkoop te bevorderen
4. Is het minst flexibele instrument van de retailmix

De winkelformule bestaat uit:

1. assortiment-retailmix-prijs
2. doelgroep-marktpositie-retailmix
3. Bricks-Clicks-Ticks
4. prijs-assortiment-marktpositie

Een retailer biedt zijn producten aan via meerdere verkoopkanalen.
Het ene kanaal weet niet wat het andere kanaal doet. Prijzen kunnen bijvoorbeeld in de winkel anders zijn dan online. Dit is een voorbeeld van:

1. Monochanneling
2. Crosschanneling
3. Multichanneling
4. Omnichanneling

E-business is:

1. Inkopen en verkopen van producten via internet door producenten of groothandels
2. Alle manieren van zaken doen via internet
3. inkopen en verkopen van producten via internet door retailers aan consumenten
4. marketing die via de digitale weg verloopt

E-tailing is:

1. Inkopen en verkopen van producten via internet door producenten of groothandels
2. inkopen en verkopen van producten via internet door retailers aan consumenten
3. Alle manieren van zaken doen via internet
4. marketing die via de digitale weg verloopt

Er bestaan 3 verkoopkanalen:
Bricks-Clicks-Ticks. Waarvoor staat de Ticks.

1. De fysieke winkel
2. De online e-commerce waar je klikt met de muis
3. Het touchscreen van jouw mobieltje of Ipad
4. De ouderwetse catalogus

Wat is GEEN nadeel voor een retailer van verkopen via internet

1. consumenten kunnen 24 uur per dag winkelen
2. Hij moet zich veel bezig houden met ict
3. Hij moet zich veel bezighouden met logistiek
4. De servicedesk moet altijd goed bereikbaar zijn

Dropshipping is het verkopen via een website of webwinkel van producten:

1. Die iemand anders op voorraad heeft
2. waarbij alle taken na het bestellen door een ander bedrijf worden uitgevoerd
3. waarbij producten besteld worden door middel van grote voorraden
4. geen van alle antwoorden

Fulfillment is alle taken na het moment van bestellen in de webwinkel door een ander bedrijf laten uitvoeren (dus voorraadbeheer, levering, betaling en facturatie),

1. waar
2. niet waar

De beste voetbalclub van Nederland is:

1. Cambuur Leeuwarden
2. AJAX
3. PSV
4. FEYENOORD

het aantal varianten binnen een groep
noem je de...……… van het assortiment

1. hoogte
2. diepte
3. breedte
4. lengte

Als je praat over de prijzen van het assortiment van een winkel dan heb je het over de ……… van het assortiment

1. consistentie
2. hoogte
3. lengte
4. verwantschap

Een voorbeeld van het randassortiment van een slijterij is:

1. alcoholvrije wijn
2. champagne
3. likeur
4. kurketrekker

Wat is geen kenmerk/functie van een randassortiment:

1. extra service
2. extra omzet
3. basisartikel van een winkel
4. klantenbinding

Waar bestaat het assortimentsbeleid NIET uit

1. e-commerce
2. winkelformule
3. assortiment
4. retailmix

Als we het hebben over de verwantschap bij een winkel die leren tassen en leren riemen verkoopt dan praten we over...…...

1. koopverwantschap
2. consumptie verwantschap
3. consistent verwantschap
4. productie verwantschap

Philips Sony en Samsung zijn
voorbeelden van een.....

1. paraplumerk
2. winkeliersmerk
3. individueel fabrikantenmerk
4. B-merk

Bij welke fase in de ontwikkeling van een product is de afzet het hoogste

1. Volwassenheidsfase
2. neergangsfase
3. groeifase
4. introductiefase

Het uit het assortiment halen van
producten noemen we ook wel:

1. integreren
2. afbouwen
3. kannibalisatie
4. saneren

hoeveel procent van het assortiment is goed voor hoeveel procent van de omzet volgens de regel van Pareto

1. 40-60
2. 80-20
3. 20-80
4. 60-40

Als je duurdere artikelen wilt toevoegen aan jouw huidige assortiment dan noemen we dat:

1. versterken
2. trading up
3. upgraden
4. kannibalisatie

Hoe noemen we het als een introductie van een artikel ten koste gaat van de verkoop van een ander artikel

1. optimalisatie
2. trading up
3. trading down
4. kannibalisatie

Onder welke p uit de retailmix valt het assortimentsbeleid

1. promotie
2. prijs
3. product
4. plaats

In een supermarkt staat de karnemelk vlak bij de chips. Hoe noem je deze verwantschap

1. productieverwantschap
2. koopverwantschap
3. consumptieverwantschap
4. frabrikantenverwantschap