Examen Quiz

Examen Quiz
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examen Quiz

Slide 1 - Diapositive

Hoe lang duurt het Examen Engels?

Slide 2 - Question ouverte

Wat kun je leren voor het examen?

Slide 3 - Question ouverte

Waarom zijn de
signaalwoorden belangrijk?

Slide 4 - Carte mentale

I love watching movies, however I hate horror movies
Wat is de functie van however?

Slide 5 - Question ouverte

I can't come today, because I've broken my leg.
Wat is functie van because?

Slide 6 - Question ouverte

Provided you work hard today, you can leave earlier.
Wat is de functie van provided

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het eerste dat je doet wanneer je met een nieuwe tekst begint?
A
De hele tekst lezen
B
De 1e vraag lezen
C
Vaststellen wat de grote lijn van het verhaal is
D
De 1e alinea lezen

Slide 8 - Quiz

Wat moet je doen om de grote lijn van het verhaal vast te stellen?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom lees je nooit meteen de meerkeuze antwoorden?

Slide 10 - Question ouverte

In welke taal beantwoord je een open vraag?

Slide 11 - Question ouverte

Bij welke vraagsoort moet je eerst de antwoorden vertalen?

Slide 12 - Question ouverte

Op welke momenten moet je een woordenboek gebruiken?

Slide 13 - Question ouverte

Op welke plek moet je woorden en zinnen arceren in een tekst en waarom moet je dat doen?

Slide 14 - Question ouverte

Vraag 1
 ‘so they can take their dogs to work with them.’
 Wat zou hier het voordeel van zijn volgens de tekst?
Geef antwoord in het Nederlands

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

‘so they can take their dogs to work with them.’
Wat zou hier het voordeel van zijn volgens de tekst?

Geef antwoord in het Nederlands

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord
 maximumscore 1
een antwoord met de volgende strekking:
dat de sfeer (op het werk) verbetert / dat er beter gewerkt wordt
Opmerking
Voor een vertaling van het citaat geen scorepunt toekennen.

Slide 18 - Diapositive

Vraag 3
Kies bij___3____ in alinea 1 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A for example
B however
C likewise
D therefore

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Kies bij___3____ in alinea 1 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
for example
B
however
C
likewise
D
therefore

Slide 21 - Quiz

vraag 4
Kies bij __4____ in alinea 3 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A isolating
B promoting
C protecting
D researching 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Kies bij __4____ in alinea 3 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
isolating
B
promoting
C
protecting
D
researching

Slide 24 - Quiz

vraag 5
Kies bij ___5___ in alinea 5 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A apologise to
B blame
C thank
D worry about 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Kies bij ___5___ in alinea 5 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
apologise to
B
blame
C
thank
D
worry about

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

De volgende drie alinea’s van tekst 4 staan hieronder, maar niet in de
juiste volgorde.
Schrijf de letters in de juiste volgorde op in de uitwerkbijlage.

Slide 31 - Question ouverte