Ravj - 1.1 t/m 1.8

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Diapositive

Programma
- Introductie nieuw boekje
- Uitleg 
- Maken tot en met 1.8


Slide 2 - Diapositive

Wat weten we nog? 

Slide 3 - Diapositive

Hoe bereken je winst?

Slide 4 - Question ouverte

Marktaandeel

Slide 5 - Diapositive

Marktaandeel

Slide 6 - Diapositive

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 7 - Diapositive

Kan ook met de vergelijking:             TO-TK=TW 
Totale opbrengst
Totale kosten            -
Totale winst


             TO - TK = TW
afzet x verkoopprijs (p x q)
constante + variabele kosten
TO
TCK+TVK = TK    -
TW
samengevat

Slide 8 - Diapositive

Break even
1) Waar maakt dit bedrijf verlies?

Slide 9 - Diapositive

Break even

Slide 10 - Diapositive

Break-even-punt
Het break-even-punt is het punt waarbij er geen winst en geen verlies wordt gemaakt.
Dus, bij het break-even-punt geldt: TO = TK


Slide 11 - Diapositive

Belangrijkste berekeningen
  1. Totale Opbrengst                         TO = p x q
  2. Totale Kosten                                 TK = TCK + TVK
  3. Totale Winst                                    TW = TO - TK
  4. Break-Even Afzet                          q bij TO = TK 

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Maken tot en met 1.8

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn dan nu de kosten per stuk?
GTK = TK / q
GVK = TVK / q
GCK = TCK / q
GTK = GVK + GCK

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Maken tot en met opdracht 1.08

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe bereken je winst?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe bereken je de totale opbrengst? En wat is een ander woord voor opbrengst?

Slide 18 - Question ouverte

Waaruit bestaan de totale kosten?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen variabele en vaste kosten?

Slide 20 - Question ouverte

Wat houdt het break-even punt in?
A
Quitte spelen
B
Geen winst, geen verlies
C
Kostendekkend zijn
D
Alle drie de antwoorden.

Slide 21 - Quiz

Wat is de break-even afzet?
A
4.000.000
B
50.000
C
2.500.000
D
5.000.000

Slide 22 - Quiz