Lezen H4 - 1hv

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
Hoe gaat het met jullie?!

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je in de vakantie gedaan?

Slide 3 - Carte mentale

Dat de middelbare scholen weer open gaan, vind ik...
A
leuk
B
niet zo leuk
C
anders

Slide 4 - Quiz

Wat vind je fijn aan de heropening van de middelbare scholen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat vind je minder fijn aan de heropening van de middelbare scholen?

Slide 6 - Question ouverte

Lezen H4
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 7 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst zijn woorden, zinnen en alinea's met elkaar verbonden.
Zo'n samenhang noem je een tekstverband.
Elk verband ontstaat door woorden, zinnen of alinea's aan elkaar te plakken met signaalwoorden.
Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
Chronologisch verband: beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockey.

Slide 9 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
Opsommend verband: er worden dingen achter elkaar opgesomd.

Ik ging naar de supermarkt en daar moest ik appels, brood en cola halen.

Slide 10 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstellend verband: er worden zaken tegenover elkaar gezet.

Ik moet mijn huiswerk maken, maar toch ga ik eerst Netflixxen.

Slide 11 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
Toelichtend verband: er wordt extra informatie gegeven, vaak in de vorm van een voorbeeld.

Ik vind spannende series erg leuk, zoals The 100 en La Casa de Papel.

Slide 12 - Diapositive

Begrijp je het?

Slide 13 - Diapositive

In de vakantie heb ik met vriendinnen afgesproken en daarnaast heb ik ook veel gegamed.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 14 - Quiz

Binnenkort gaat mijn broertje voor het eerst naar de middelbare school.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 15 - Quiz

Ik ben gek op chips met vreemde smaakjes, zoals de smaak stokbroodje kruidenboter.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 16 - Quiz

Ik heb mijn huiswerk gemaakt, maar ik heb het niet af gekregen.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 17 - Quiz

Voor volgende week dinsdag
Startopdracht + opdracht 1
Bladzijdes 102 + 103
Maak de opdracht in je schrift en upload een foto in Teams Opdrachten.
Blijf in de vergadering totdat je klaar bent met de opdracht. Ben je klaar? Laat dit weten via de chat. 


Vergeet niet dat je voor donderdag je leesboek uit moet hebben!

Slide 18 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 20 - Diapositive

Doel
Na deze les weet je wat chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verband zijn.

Slide 21 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 22 - Diapositive

Wat is een chronologisch verband?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is een opsommend verband?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is een tegenstellend verband?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is een toelichtend verband?

Slide 26 - Question ouverte

Huiswerk nakijken (klassikaal)
Startopdracht
Opdracht 1
Bladzijdes 102 + 103 

Slide 27 - Diapositive

Voor volgende week dinsdag
Opdrachten 2 + 3
Bladzijdes 104 + 105
Inleveren via Teams Opdrachten

Slide 28 - Diapositive

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 29 - Diapositive

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 30 - Diapositive

Doel
Na deze les weet je wat chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verband zijn.

Slide 31 - Diapositive

Weet je het nog?

Slide 32 - Diapositive

Noteer een zin met een chronologisch verband

Slide 33 - Question ouverte

Noteer een zin met een opsommend verband

Slide 34 - Question ouverte

Noteer een zin met een tegenstellend verband

Slide 35 - Question ouverte

Noteer een zin met een toelichtend verband

Slide 36 - Question ouverte

Huiswerk nakijken (klassikaal)
Opdrachten 2 + 3
Bladzijdes 104 + 105

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Voor volgende week maandag
Opdrachten 4 + 5
Bladzijdes 106 + 107
Inleveren via Teams Opdrachten

Slide 39 - Diapositive