De tijden en data (kort)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Clock

What time is it? (16:30)

1. it's half past five
2. it's thirty minutes past four
3. it's half past four
4. it's thirty minutes past five

What time is it? (10:40)

1. it's twenty to eleven
2. it's twenty to ten
3. it's ten past half ten
4. it's forty over 10

Schrijf je in het Engels de dagen en maanden met een hoofdletter?

1. Ja, beide schrijf je met een hoofdletter.
2. Nee, beide schrijf je niet met een hoofdletter.
3. Dagen wel met hoofdletter en maanden niet.
4. Dagen niet met hoofdletter en maanden wel.

dagen, maanden, data

voorbeeld: 13/07    --->      Kan je in Engels op twee manieren schrijven

1. The - rangtelwoord - of - maand ---->        the thirteenth of July

2. Maand - the - rangtelwoord  ------->            July the thirteenth

The Taylor Swift concert is on (1 januari)

1. one January
2. oneth of January
3. the first of January
4. the one of January

My birthday is on (20 februari)

1. February the twentieth
2. the twenty of February
3. February the twenty
4. Februari the twentieth

Would you like to have dinner with me on (zondag 9/7)?

1. Sunday the seventh of September
2. Sunday the ninth of July
3. Sunday the nineth of July
4. Sunday the seventh of Septembre

The talent show at school is on (donderdag 12/8)

1. Thursday the eight of December
2. Tuesday the twelfth of August
3. Thursday the twelfth of August
4. Thursday the twelveth of August