KGT Overal 2.2 Dichtheid

1 / 48
suivant
Slide 1: Vidéo
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Dichtheid 
Je leert wat het verschil is tussen lichte en zware stoffen.


Je leert hoe je weet of een stof zinkt, zweeft of drijft.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is dichtheid?
We weten allemaal dat bepaalde stoffen zwaar zijn of licht. Wil je een doos met ijzeren spijkers optillen of een even grote doos met veren?


Slide 4 - Diapositive

Misschien is het jou op gevallen dat in de vraag "een even grote doos" stond.

Wat is zwaarder?
1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 5 - Diapositive

Dichtheid heeft dus niets te maken met 

massa of volume

maar met

massa en volume

Slide 6 - Diapositive

Dichtheid berekenen

Om de dichtheid van een stof te berekenen, 
moeten we de 
massa delen door het volume.


ρ=Vm
Dichtheid=VolumeMassa
Eenheid=(cm)3g

Slide 7 - Diapositive

Eenheid omrekenen
m3kg
(cm)3g
(:1000)
(*1000)
(cm)3g
m3kg

Slide 8 - Diapositive

Om de dichtheid te berekenen, moet ik de massa keer het volume doen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Dichtheid wordt aangegeven met de letter
Hoe spreek ik dit uit?
ρ
A
P
B
R
C
Rho
D
Pi

Slide 10 - Quiz

Moeilijke vraag! Water heeft een dichtheid van
1 g/
Je hebt 1 kubieke meter water. Wat is de massa?
cm3
A
1 g
B
100 g
C
1000kg
D
1000 g

Slide 11 - Quiz

Bereken de dichtheid van een korrel goud die 38 gram weegt en een volume heeft van 2 cm3
A
78 g/cm3
B
19 g/cm3
C
0,05 g/cm3
D
Geen idee

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je deze lichtbundel?
A
Convergent
B
Evenwijdig
C
Divergent

Slide 14 - Quiz

Bereken het Volume van het blokje.
Let op de eenheid



Slide 15 - Question ouverte

Bereken de
dichtheid van het blokje.
Gebruik de Binas



Slide 16 - Question ouverte

Hoe reken ik met formules?
Ombouwen
Invullen van juiste gegevens

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Formule
Ingevuld
Een steen weegt 24,3 g en heeft een volume heeft van 9,0 cm3
Wat is de dichtheid?

Slide 20 - Diapositive

Wat als je de massa wil berekenen?

Slide 21 - Diapositive

Truc: gebruik een eenvoudige som die klopt!
Plak de som in de formule

Slide 22 - Diapositive

Plaats de te bereken variabele voor het 
=-teken en maak de som kloppend
Vul de andere variabele op de juiste plaats in

Slide 23 - Diapositive

De bouwmarkt verkoopt vurenhout. Je wil er een stoel van maken die stevig en toch licht is. Zoek de dichtheid van vurenhout op in de Binas.
Schrijf het antwoord in je schrift.
A
ρ = 0,58 g/cm3
B
ρ = 2,70 g/cm3
C
ρ = 0,58 cm3
D
ρ = 0,78 g/cm3

Slide 24 - Quiz

Bereken de massa van een blok vurenhout dat een volume heeft van
2 dm3
A
3,44 g
B
0,29 g
C
1,16 cm3
D
1160 g

Slide 25 - Quiz

Je zaagt het stuk hout in 3 stukken.
Wat kan je nu zeggen over de dichtheid van de 3 stukken
A
De dichtheid van de stukken hangt af van de lengte van elk stuk
B
De dichtheid van alle drie de stukken is hetzelfde
C
De dichtheid per stuk is kleiner geworden
D
Geen idee

Slide 26 - Quiz

Maak in je schrift

Noem in de volgende opgave steeds de naam van iedere stap.

In een bekerglas zit 100 cm3 spiritus met een dichtheid van ? g/cm3. Bereken de massa.
1. Gegeven

2. Gevraagd

3. Formule (Binas)

4. Berekening

5. Antwoord + eenheid
1

Slide 27 - Diapositive

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Links een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 33 - Quiz

De dichtheid van de zeep is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 34 - Quiz

De dichtheid van de vis is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 35 - Quiz

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 36 - Quiz

Karin kookt pasta. Ze doet een beetje olijfolie bij het water en ziet dit drijven bovenop het water.
Heeft de olie een hogere, of lagere dichtheid dan water?
A
Hoger
B
Lager

Slide 37 - Quiz


Waarom blijf jij drijven in water?

Slide 38 - Question ouverte

Waarom stijgt een luchtballon als je de lucht verwarmd?

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Vidéo

Als een voorwerp drijft op water is de dichtheid van het voorwerp...de dichtheid van water.
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 41 - Quiz

De dichtheid van water is .... die van ijs
A
groter dan
B
gelijk aan
C
kleiner dan
D
weet ik niet

Slide 42 - Quiz

Als een voorwerp zweeft in water is de dichtheid van het voorwerp...
A
groter
B
gelijk
C
kleiner
D
weet ik niet

Slide 43 - Quiz

Herhaling
Het volgende filmpje herhaalt de stofeigenschappen en voegt dichtheid daarbij aan toe.........

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

Verdiepingsstof
De dichtheid berekenen:

Slide 46 - Diapositive

Wat is de dichtheid van het ‘blokje’?

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive