H11 Samenvatting

Voortplanting
Samenvatting
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voortplanting
Samenvatting

Slide 1 - Diapositive

Wanneer is een jongen vruchtbaar?

Slide 2 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een zaadlozing?

Slide 3 - Diapositive

Wanneer is een meisje vruchtbaar?

Slide 4 - Diapositive

Hoe vaak rijpt een eicel?

Slide 5 - Diapositive

Wanneer wordt een meisje ongesteld?

Slide 6 - Diapositive

Zijn de uitspraken juist of onjuist
Juist
Onjuist
De kern van een zaadcel zit in de staart.
Zaadcellen kunnen bewegen.
De zaadballen zitten in de balzak.
De bijballen zitten in de buik van een man.

Slide 7 - Question de remorquage

Waaruit bestaat sperma?

Slide 8 - Question ouverte

Goed of fout?
Goed
Fout
Bij het rijpen neemt een eicel vocht met voedingsstoffen op.
Als het blaasje om de eicel knapt, vindt de eisprong plaats.
Na de eisprong zit de eicel in de eierstok.
Een ander woord voor eisprong is ovulatie.
Er rijpt iedere maand een eicel.

Slide 9 - Question de remorquage

Hoelang duurt de menstruatiecyclus van een meisje?
Hoe lang duurt de menstruatie van een meisje?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe komen zaadcellen bij de eicel?

Slide 11 - Diapositive

Wanneer ontstaat een baby?

Slide 12 - Diapositive

Hoe voorkom je een zwangerschap?
  • Condoom
  • De pil
  • Anticonceptiepleister
  • Hormoonstaafje
  • Spiraaltje
  • Sterilisatie 

Slide 13 - Diapositive

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Morning-afterpil
  • Abortus 

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat er bij de bevruchting gebeurt.

Slide 15 - Question ouverte

Welke uitspraken over het condoom zijn juist? En welke onjuist?
Juist
Onjuist
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel dat ook tegen soa's beschermt.
Het condoom is 100% betrouwbaar.
Het condoom voorkomt dat sperma bij een rijpe eicel kan komen.
Als je twee condooms over elkaar heen gebruikt, ben je beter beschermt.

Slide 16 - Question de remorquage

Noem 2 voorbehoedsmiddelen naast het condoom.

Slide 17 - Question ouverte

Wat kun je doen bij een noodgeval?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe veranderen moeder en kind?

Slide 19 - Diapositive

Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?

Slide 20 - Diapositive

Hoe gaat de bevalling?

Slide 21 - Diapositive

Welke stoffen zijn schadelijk voor de baby?
  • Nicotine
  • Drugs
  • Alcohol 

Slide 22 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Bevruchting
Eicel rijpt
Innesteling
Ovulatie

Slide 23 - Question de remorquage

Hoelang duurt een zwangerschap gemiddeld?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de functie van de placenta?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is een wee?
A
Het opengaan van de baarmoeder
B
Het samentrekken van de buikspieren
C
Het samentrekken van de spieren in de baarmoederwand
D
Het breken van de vruchtvliezen

Slide 26 - Quiz

Gaat het om een eeneiige tweeling of om een twee-eiige tweeling.
Eeneiig
Twee-eiig
Stella en Michael zijn een tweeling.
Sharid en Mo zijn ontstaan uit twee eicellen.
Liu en An zijn ontstaan uit één zaadcel.
Marieke is zwanger van een tweeling die samen een placenta hebben en samen de vruchtvliezen en het vruchtwater delen.

Slide 27 - Question de remorquage

Waar zit jouw bouwbeschrijving?

Slide 28 - Diapositive

Waardoor lijk je op je ouders?

Slide 29 - Diapositive

Ben je een jongen of een meisje?

Slide 30 - Diapositive

Zijn alle eigenschappen erfelijk?
  • Genotype
  • Fenotype
  • Aanleg
  • Niet-erfelijke eigenschappen 

Slide 31 - Diapositive

Van wie krijg je je erfelijke eigenschappen?

Slide 32 - Question ouverte

Waar kun je je erfelijke eigenschappen vinden?

Slide 33 - Question ouverte