Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kennisquiz 2024-2025
Kennisquiz Latijn
Wat weet je nog van...
de naamvallen, het zelfst. en bijv. nmw. en het werkwoord in actief/passief?
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Latijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Kennisquiz Latijn
Wat weet je nog van...
de naamvallen, het zelfst. en bijv. nmw. en het werkwoord in actief/passief?
Slide 1 - Diapositive
Naamval en functie
Slide 2 - Diapositive
meewerkend voorwerp
bezit
bijwoordelijke bepaling
dativus
genitivus
ablativus
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Populus de iudicio contentus non erat.
Wat is de functie van: populus
A
lijdend voorwerp
B
naamwoordelijk deel v.h. gezegde
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 5 - Quiz
In domo pulchra habitamus.
Wat is de functie van: domo
A
meewerkend voorwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
onderwerp
D
na voorzetsel
Slide 6 - Quiz
Cur filium tuum e domo expulisti?
Wat is de functie van: filium
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
na voorzetsel
Slide 7 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
virtus, -tis
servus
nox, -ctis
donum
aqua
dea
vb.2
vb.1
vb.3
Slide 10 - Question de remorquage
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
caedem
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
gen. mv.
D
abl. ev.
Slide 11 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
aqua
A
abl. mv.
B
acc. mv.
C
nom. ev.
D
abl. ev.
Slide 12 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
adulescentes
A
nom. mv.
B
acc. ev.
C
gen. ev.
D
acc. mv.
Slide 13 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
beneficiis
A
gen. ev.
B
dat. mv.
C
abl. mv.
D
nom. mv.
Slide 14 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
clade
A
abl. ev.
B
dat. ev.
C
nom. mv.
D
acc. ev.
Slide 15 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
causae
A
nom. ev.
B
nom. mv.
C
gen. ev.
D
dat. ev.
Slide 16 - Quiz
Geef de naamval en getal van de volgende woorden
copiarum
A
acc. ev.
B
gen. mv.
C
nom. ev.
D
dat. ev.
Slide 17 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Geef bij het volgende znw. het bnw. dat congrueert
civibus
A
bonus
B
bonis
C
crudele
D
bono
Slide 20 - Quiz
Geef bij het volgende znw. het bnw. dat congrueert
puellae
A
crudeles
B
crudelem
C
bonos
D
crudelum
Slide 21 - Quiz
Geef bij het volgende znw. het bnw. dat congrueert
militi
A
parvi
B
parvis
C
parvo
D
parves
Slide 22 - Quiz
Geef bij het volgende znw. het bnw. dat congrueert
agricolarum
A
nostrum
B
nostrarum
C
nostrorum
D
nostris
Slide 23 - Quiz
Werkwoord actief
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Zet de volgende werkwoordsvormen in het mv. of ev.
salutat
Slide 26 - Question ouverte
Zet de volgende werkwoordsvormen in het mv. of ev.
salutabamus
Slide 27 - Question ouverte
Zet de volgende werkwoordsvormen in het mv. of ev.
auditis
Slide 28 - Question ouverte
Zet de volgende werkwoordsvormen in het mv. of ev.
audivistis
Slide 29 - Question ouverte
Zet de volgende werkwoordsvormen in het mv. of ev.
salutaveram
Slide 30 - Question ouverte
Werkwoord passief
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
defendebat
A
defendebar
B
defendebantur
C
defendebatur
D
defendebaris
Slide 34 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
audivisti
A
audiris
B
auditus es
C
audit
D
auditus est
Slide 35 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
scribunt
A
scribebantur
B
scribuntur
C
scripti sunt
D
scripserunt
Slide 36 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
deletis
A
delemini
B
delebamini
C
deleti estis
D
deleverunt
Slide 37 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
nuntiaverant
A
nuntiati sunt
B
nuntiaverantur
C
nuntiaverunt
D
nuntiati erant
Slide 38 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
sustineremus
A
sustinebamur
B
sustinemur
C
sustineremur
D
sustinentur
Slide 39 - Quiz
Zet de volgende werkwoordsvorm om naar het passief
terruissem
A
territus essem
B
territus eram
C
territus sum
D
territus ibam
Slide 40 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Kennisquiz grammatica
Août 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorbereiding PW les 16 en 17
Octobre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21 oefenen met bnw
Novembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21 herhaling lidwoord en congruentie
Septembre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling ZNW en BNW
Janvier 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kennisquiz superlativus + passief
Août 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Kennisquiz passief en participium
Octobre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21 herhaling lidwoord en congruentie
Novembre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3