Conjunctuurindicatoren

Conjunctuurindicatoren
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

Conjunctuurindicatoren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Conjunctuurindicatoren
Dingen die de ontwikkeling van BBP voorspellen:
- Vertrouwensindicatoren (producenten- en consumentenvertrouwen en orders)
- Economische indicatoren (consumptie, uitvoer en investeringen)
- Arbeidsmarktindicatoren (arbeidsvolume, werkloosheid, vacatures)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Conjunctuurindicatoren

Er zijn procyclische en anticyclische conjunctuurindicatoren.


Procyclisch wil zeggen dat wanneer deze indicator stijgt , de kans groot is dat de conjunctuur ook een ............................................ beweging vertoont. En wanneer het slecht gaat met de conjunctuur, zal deze indicator ....................................... .

Slide 5 - Diapositive

Conjunctuurindicatoren

Er zijn procyclische en anticyclische conjunctuurindicatoren.


Procyclisch wil zeggen dat wanneer deze indicator stijgt, de kans groot is dat de conjunctuur ook een opwaartse beweging vertoont. En wanneer het slecht gaat met de conjunctuur, zal deze indicator dalen.

Slide 6 - Diapositive

Anticyclisch wil zeggen ‘tegen de cyclus in’, dus deze indicator zal ...................................................... als het goed gaat met de conjunctuur en andersom.

Slide 7 - Diapositive

Anticyclisch wil zeggen ‘tegen de cyclus in’, dus deze indicator zal afnemen als het goed gaat met de conjunctuur en andersom.

Slide 8 - Diapositive

Procyclisch (meegaand met conjunctuur)

Bijvoorbeeld: Inkomen, aantal verkochte huizen, bedrijfswinsten, industriële productie 
Anticyclisch (gaat tegen conjunctuur in) 

Bijvoorbeeld: Werkloosheid, deze verloopt tegen de conjunctuur in. 

Slide 9 - Diapositive

Een voorbeeld van een anticyclische conjunctuurindicator is:
A
werkgelegenheid
B
inflatie
C
aantal faillissementen
D
bedrijfswinsten

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken
Huiswerk is:

Basis: 4.9, 4.11, 4.12, 4.14, 4.15
Intensief: 4.9 t/m 4.15
Plus en compact: 4.9, 4.11, 4.12, 4.15

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
 •    voorbeelden geven van conjunctuurindicatoren.
•    aantonen dat conjunctuurindicatoren aanwijzingen kunnen geven voor veranderingen in de groei van het bbp.
•    geaggregeerde vraagcurve en geaggregeerde aanbodcurve tekenen.
•    aan de hand van de geaggregeerde vraag en het geaggregeerde aanbod de relatie tussen de hoe¬veelheid goederen en diensten en het nationale prijsniveau bepalen en dit grafisch onderbouwen.
•    de relatie tussen de geaggregeerde vraag en het prijsniveau uitleggen.


Slide 12 - Diapositive